Fietsreis Cuba 2014 (de Oriënt)

Maandag 17 november
Klokslag 5 uur rijden we weg uit Maarsbergen. Na een vlotte check-in, altijd leuk met twee fietsen die niet overal door kunnen, is het wachten tot we vertrekken. Ook de vlucht verloopt gladjes. De douane levert ook al geen problemen op, al moeten de fietsdozen open omdat ze niet door de scanner kunnen. Zelfs de taxi staat al op ons te wachten. Zoals ook de vorige jaren was de bus niet voorbereid op twee fietsdozen. Met wat gefröbel kwam het toch weer goed. Het is in Cuba 6 uur vroeger dan in Nederland en de temperatuur ongeveer 27 graden. Op het heetst van de dag komen we bij hotel Pernik, net buiten het centrum van Holguín. Hier doemt het eerste probleem op. We worden wel verwacht, maar we hebben geen vouchers. Veel wachten, gebel tussen de receptie en onze agent op Cuba levert voor als nog weinig op. Bij de manager spreek ik onze lokale reisagent en wordt me duidelijk dat de vouchers naar Nederland zijn gezonden. Met de manager spreek ik af dat als er geen vouchers komen in de overnachtingen wel voorschiet. Kunnen we in ieder geval onze kamer op. Intussen heb ik al wel de fietsen in elkaar gezet, wat aardig wat vocht heeft gekost. Tijd voor de eerst Mojito. We eten in het restaurant dat naast het hotel ligt, erg lekker. Voor Gerda de eerste calamares, en er zullen er nog veel volgen. Rond een uur of 8 (twee uur ’s nachts thuis) gaan we moe naar bed.

Dinsdag  18 november.
Vandaag verkennen we lopend de stad. Bijna bij het hotel ligt het stadion. Onder een weg staan allerlei fitnes apparatuur opgesteld, hufterproof. Er wordt aardig gebruik van gemaakt. Het centrum ligt ruim twee kilometer van het hotel. De meeste bezienswaardigheden zijn de drie pleinen. We hebben nog even in een klein theatertje gekeken, 25 stoelen en een podium van twee bij anderhalf,  vergane glorie. Verder hebben we de La Loma de la Cruz, een heuvel met 460 treden, beklommen. Vanaf dit hoge punt heb je een mooi uitzicht over de stad en de omgeving. De meeste toeristen komen echter met de bus naar boven. Na vieren even met de benen omhoog bij het zwembad. En weer gegeten waar we gisteren ook waren. Vannacht minder herrie dan gisteren.

Woensdag 19 november.
De eerste fietsdag. Weer een uitgebreid ontbijtbuffet. De vouchers zijn inmiddels boven water dus we kunnen zonder problemen vertrekken. Na een paar stops, op zoek naar water, rijdt het eenvoudig de stad uit. Het weer zit aardig mee, veel bewolking waardoor het niet zo warm lijkt. De weg naar Gibara is redelijk, licht glooiend in een groene omgeving. Het enige storende is zijn de uitlaatgassen van de auto’s op de heuveltjes.
We leggen de 33km dus gemakkelijk af en even na elven hebben we ons onderkomen bij Casa La Murallo gevonden. De middag lopen we wat door de stad en beklimmen alweer een trap om over de stad en de baai heen te kunnen kijken. Een leuk stadje met oude straatjes, oude auto’s en paard en wagen als vervoermiddel. Aan het eind van de dag even bij het haventje gekeken waar de vissers terug komen van een dag vissen en de vangst aan wal brengen. Ook maar even uitgezocht waar de boot morgen vertrekt. Het diner bestaat uit gebakken plakken vis (Griet volgens de eigenaresse).

Donderdag 20 november.
Even na negenen zijn we bij de pier. Aan de pier ligt ook ijsmakerij, dus gaat het hek honderd en één keer open en dicht voor verkochte zakken ijs. Even na tienen gaat de boot. Een klein bootje brengt ons via een stop bij een mooi eilandje aan de andere kant van de baai. Behulpzaam worden onze fietsen de steiger op getild. Over een harde, goed berijdbare zandweg gaan we op pad. Via een paar kleine dorpjes komen we op de doorgaande weg Holguín – Guardalavaca. Het wordt wat drukker op de weg en wordt ook wat heuvelachtiger. We hebben wind tegen en warempel valt er ook een drup regen. Op de akkers wordt van alles verbouwd: mais, suikerriet en soms staan er koeien in een wei. Op een brug overzien we Guardalavaca. Van het kaartje in de Lonely Planet klopt niets meer, nagenoeg alles is verdwenen alleen twee grote resorts staan er nog. Gelukkig had Gerda bij de afslag een Case Particulares gezien, en er blijken er twee te zijn. Een jonge vrouw, die zeer goed Engels en Duits spreekt, heet ons hartelijk welkom. We hebben weer een mooi onderkomen gevonden. De middag brengen we aan een strandje door, een kilometer verder dan de twee resorts. Iets verder op vinden we ook een leuk restaurantje, eigenlijk iets te vroeg zodat we al rond vijven aan de kreeft zitten. Op het zitje bij onze kamer lezen en drinken we nog wat, met een jong katje dat steeds de aandacht vraagt. Het is erg warm op de kamer en wat erger is, is een mug die zich niets van deet aantrekt. Hoe vaak we ons ook insmeren, dat beest blijft rond je gezicht zoemen. Onze gastvrouw heeft onze volgende overnachting alvast geregeld.

Vrijdag 21 november.
We staan rond 7 uur op en hebben slecht geslapen. Na het uitgebreide ontbijt vertrekken we richting Banes. Eerst nog even water kopen (en wachten tot de winkel om 9.00uur open gaat). Onderweg komen we een museum tegen met mooie opgravingen en een soort openlucht museum over de leefwijze van de Tainos (d.i. de oorspronkelijke bevolking). Het was slechts 2km van de weg, maar wat er niet bij stond is dat de weg een paar keer 10% stijgt en daalt. Bezweet komen we aan en het vocht gutst van ons gezicht. De opgravingen zijn mooi, een mooie ruimte met vele lichamen van de eerste bewoners van Cuba. Het tweede museum is grappig. Een paar hutten met de leefgewoonten van de mensen en ook de werkzaamheden in de buitenlucht zijn te zien. In de laatste hut werd een live demonstratie gegeven. Drie mannen en vrouwen gekleed in slechts een lendendoek dansten rond. Wij ontkwamen er natuurlijk ook niet aan.
We vervolgen onze weg. De weg is goed maar naar mate de kilometers verstrijken worden de heuvels hoger en steiler. Het wordt even afzien. We weten niet waar we moeten zijn, echter als de weg in Banes op houdt en we rechtsaf slaan om even te kijken, worden we al opgewacht. We blijken al op de plaats van bestemming te zijn. Onze fietsen worden de trap op getild en onze kamer is al ingericht, airco aan, muziekje aan wat wil je nog meer. We worden ontvangen met een heerlijk glas koele grapefruitsap. ’s Middags lopen we wat door de stad en bezoeken het archeologisch museum en de eerste trein in Cuba. Een bananentransport treintje: het panchitatreintje. Het is een bijzonder stadje: het lijkt wel een beetje een stadje uit een Western film. Nog even lekker zitten op de warande van ons onderkomen in schommelstoelen en daarna eten bij een leuk uitziend huisrestaurant bij ons op de hoek, we zijn niet eens de enigen. Behalve wij zitten er ook 7 Cubanen.

Zaterdag 22 november.
Slecht geslapen vannacht. Wat een ontbijt: drie kannen met verschillende soorten verse vruchtensap en een groot bord, met een berg erop, vers geschild fruit. Omelet en vers brood, koffie toe. En bananen krijgen we mee voor onderweg. Met nog een waarschuwing dat we om de rotonde heen moeten, verlaten we Banes. Het lijkt ons mee te zitten, bergafwaarts en wind in de rug. Na een uur zijn we 20km op pad. Naar mate de rit vordert, wordt de weg slechter en moeten we steeds vaker uitwijken om de gaten te vermijden. Het landschap bestaat hier uit bananenplanten en suikerriet. Als we stoppen voor een foto wordt er gelijk een suikerrietstengel voor me schoongemaakt. De suiker druipt zowat uit het hout. Als we een riviertje oversteken verlaten we regio Banes en rijden Mayari binnen. De weg heeft inmiddels een bocht gemaakt, het asfalt tussen de gaten wordt steeds minder. We hebben nu ook een steeds fellere wind tegen. Het landschap veranderd in grote weilanden. We komen bij de snelweg Holguín Mayari en de weg is weer goed, maar ook drukker. Bij de zoveelste spoorwegovergang eten we maar weer eens een pizza met kaas.
De weg wordt heuvelachtiger en dat is wat minder als je door een rokende vrachtwagen wordt ingehaald die nauwelijks harder kan rijden dan dat wij fietsen. We drinken meer water dan vorige dagen wat inhoudt dat er gekocht moet worden. Alleen zijn er nergens winkels. Uiteindelijk laten we een grote fles vullen met de lokale limonade, 10 peso’s voor anderhalve liter, smaakt wel akelig zoet. De laatste 18 km gaan we over slechte wegen en hebben we wind tegen, het schiet maar niet op. We komen bij een bruggetje dat toegang tot het park en het hotel geeft. De bewaker vraagt of we gereserveerd hebben!! Alleen de suite is nog vrij. We hobbelen de laatste 8 km weer verder na even voor een plensbui geschuild te hebben in het mini museumpje van het park. Onderweg zien we veel reeën en voor de receptie liggen twee leguanen. Bij de receptie blijkt dat we maar 1 nacht kunnen boeken. De suite is overdreven groot en ruim, ik denk dat ik Gerda vannacht kwijt raak in het bed. We hebben nog tijd om even een duik in zee te nemen. De playa is minder playa dan je van een playa mag verwachten. We hangen onze kleren en handdoek in een boom om droog te houden, er zijn dreigende wolken en een regenboog. De zee is aardig ruw, maar wel lekker warm. Het diner is een drama, de vis ziet er niet uit en als je de plakjes biefstuk onder je schoenen spijkert, kan je er nog een jaar op lopen. Zelfs de koffie is koud. Dit moet een staatshotel zijn.

Zondag 23 november.
Vannacht beter geslapen dan de afgelopen nachten, ondanks het feit dat het buiten stevig waaide en regende. Voor ons doen slapen we uit tot 8uur. Het ontbijt is simpel, een glas sap uit een pak, geroosterd brood, gebakken ei en koffie. Zelfs een tweede bakkie als we er om vragen. We kunnen dus niet blijven. We relaxen op onze waranda en zien zebra’s. We fietsen naar het restaurant dat 6km verder, ook aan zee, ligt. Wat een prachtige locatie. Mooie zee en een schoon strand. Gerda gaat nog even zwemmen. Een mooi restaurant. Na een paar glazen lemon en een broodje kaas vertrekken we naar Mayari. Met een beetje weemoed nemen we afscheid. We hebben nu de wind in de rug en dat rijdt een stuk prettiger. Na een paar klimmetjes volgt de steile afdaling en niet veel later zijn we op de plaats van bestemming. Hoewel het er netjes uitziet en de eigenaar erg vriendelijk is, is het wel even omschakelen. We lopen nog even de stad in en komen we met 5 liter water terug. Het diner smaakt prima. Het hotel in Moa is vol, morgen nog maar eens proberen.

Maandag 24 november.
We kunnen nu wel reserveren. Gelukkig maar, want anders hadden we een probleem. Een andere overnachtingsmogelijkheid is er niet. Om half negen zitten we op de fiets. De eerste kilometers gaan snel, ook al zitten er aardig heuvels in de weg. We komen de eerste fietstoeristen tegen. Aan het eind van de ochtend begint de wind weer op te zetten. Volgens het boekje komen we langs een restaurantje met heerlijke broodjes en yoghurt. Het houdt op bij een broodje met tomaat. We drinken wel steeds meer lokale limonade, zoet maar fris en dat voor 1 peso. Het tempo wordt steeds lager, mede door de wind, en de weg blijft maar stijgen en dalen. Het landschap is erg mooi, soms uitzichten op baaien, veel onontgonnen velden en soms wat bos. We bereiken ons hotel en we staan op de lijst. Het hotel lijkt wat op het hotel in Holguín. We zijn te laat voor het zwembad. Het eten voor Fred is goed, maar het eten van Gerda is een stuk minder.

Dinsdag 25 november.
In het hotel proberen we een Casa particulares te reserveren. De adressen die wij opgeven lukt niet, maar de vriendelijke receptioniste komt wel met een ander adres. Wel vreemd, eerst belt ze met haar eigen Samsung, daarna via een openbare telefoon. We gaan op pad, eerst door de stad en al snel zitten we op de snelweg (laat dat snel maar weg). In alle boeken staat dat het de eerste kilometers stinkt door de nikkelfabrieken. Wij hebben echter geluk en ruiken niets. De weg is erg slecht, weinig asfalt en veel kuilen. Daarnaast gaat het weer heuvel op en heuvel af. Na een km of veertig stoppen we even bij een bushalte dat is omgebouwd tot verkooppunt van fruit en chocolade. En eten onze eerste Baracao chocolade en een koek van gekarameliseerde amandelen om weer een klein beetje op kracht te komen. Iets verderop ligt de ingang van het nationale park Humbold waar we ieder een halve liter mangosap drinken. Het park zelf ziet er verlaten uit. We fietsen al enige tijd door een mooi, nauwelijks ontgonnen landschap. Soms uitzicht op een mooie baai. Naar mate we Baracoa naderen wordt het drukker op de weg.
We komen langs de chocoladeverwerkingsfabriek en dat ruik je. Als we een paar km de stad in zijn, worden we opgewacht. Het blijkt later dat onze komst vanuit Mayari is doorgegeven. Zo komen we dus in een andere Casa terecht dan we dachten. We voelen ons te moe om er op uit te gaan en eten bij de eigenaresse. Ook nu bevalt dat weer prima.
Morgen maar eens kijken hoe het stadje er uitziet; van de binnenkomst zijn we niet onder de indruk.

Woensdag 26 november.
We slapen maar eens uit tot 8 uur. De stad is een wereld van verschil met gisteren. Met een zonnetje lopen we nu meteen het centrum in, dat is een stuk drukker, leuker en opgeknapt. We zien ook voor het eerst veel toeristen, jong en oud. Het wordt tijd om eens geld te gaan wisselen. Bij de bank staat een aardige rij buiten te wachten, achteraan aansluiten maar. Als ik bijna bij de deur ben om naar binnen te gaan, komt er een politieauto aan waar vier gewapende mannen uitspringen. Er wordt geld gebracht. Het is net een overval maar dan de andere kant op. Uit de kofferbak komen een aantal doorzichtige plastic tassen vol geld dat naar binnen gaat. Als we weer geld hebben bekijken we ook even de Basiliek waar nog een houten kruis staat dat door Columbus in elkaar is getimmerd. Onder de bomen bij de Basiliek eten we een pizza. Voor morgen boeken we een tour naar de rivier Yumuri met een prachtige kloof en een chocoladeplantage, lekker ontspannend. De middag maken we vol aan een strandje, een verfrissende, nou verfrissend!, duik in de zee met stevige golven. Als de zon onder is, wordt het gezellig in de binnenstad, happy hour, dus weer eens een mojito. We dineren in een paladares. Het hoofdgerecht bestaat uit kreeft met kokossaus, heerlijk.

Donderdag 27 november.
Met 10 personen gaan we op pad. De eerste stop is bij een cacaoplantage. We krijgen een duidelijke uitleg over de groei van cacaobomen en de vruchten, daarnaast worden we gewezen op de koffiestruiken. Op weg naar het boerderijtje van de plantagehouder laat de gids diverse bloemen, vruchten en kruiden zien. Met 10man in het kleine woonkamertje krijgen we uitleg hoe de chocolade tot stand komt. Een vrucht duurt 5 maanden voordat hij rijp is. De pitten worden dan een week geroosterd in de zon, nu krijgen ze pas smaak. Vervolgens worden ze gekneed tot een pasta pure chocolade zonder toevoegingen. Van de pasta worden ballen of platte stukken gemaakt en een kwartiertje in de vriezer gelegd om hard te worden. In deze toestand (buiten de koelkast) kunnen ze nu jaren bewaard worden. We vervolgen onze weg. Na een paar stops komen we bij de Yumuri rivier waar we in twee roeibootjes stappen en de rivier oproeien. Bij een eilandje kunnen we zwemmen, lekker fris water. De laatste stop is bij een restaurantje aan zee, ook weer heerlijk eten. Al met al een lekker rustig uitstapje. Het avondeten gebruiken we weer in een soort paladares, schuin tegenover dat van gisteren. Nu eten we vis in chocoladesaus, de specialiteit van het huis al vinden we het gek dat er iemand op pad wordt gestuurd om chocolade te kopen. We eindigen de dag op een terras met een mojito.

Vrijdag 28 november.
Vandaag staat “de hel van de Orient” op het programma, maar wel een hele mooie rit. Een rit van 77km over de Farola een berg van 550meter met stijgingen van 15%. Als we goed en wel de stad uit zijn krijgen we gezelschap van een Cubaanse wielrenner die het wel leuk vindt om bij ons te blijven. Nadat we een km of 4 hebben geklommen krijgt Fred problemen met een trapper, de lagers zijn gebroken en er missen al een paar kogeltjes. Na 10km ligt de trapper eraf. Repareren is er niet bij, ook de Cubaan ziet geen oplossing. Het is niet heel warm, soms wolken en geen wind. Redelijk ontspannen fietsen we tegen de berg op, soms een korte stop. Om twaalf uur zijn we op de top. Naar beneden gaat een stuk vlotter, ook al moet je steeds remmen. Rond een uur of twee komen we aan de kust en is het nog maar 20km.
De zon schijnt nu behoorlijk en we hebben de wind in de rug, opschieten zou je zeggen. Het landschap is ondertussen in een woestijn veranderd met grote cactussen. De zon maakt echter ruimte voor de wolken en het begint stevig te regenen. Schuilen helpt maar even. Als het bijna droog is gaan we verder. Een paar kilometer verder begint het weer te stortregenen. In een stadje stoppen we bij een fietsreparateur. Onze Cubaan weet de trapper nog steeds niet te maken, wat volgens mij ook niet kan. Honderd meter verder woont een kennis van onze Cubaan die wielergek is. Ergens ver weg komen een aantal trappers te voorschijn. De meeste hebben de verkeerde schroefdraad maar eentje lijkt te passen. Met veel precisie wordt de trapper erop gezet, ik hoop dat ik hem er weer af kan halen als de fiets weer in de doos moet. Het is allemaal een vriendendienst, de trapper kost niets. Een km verder nemen we afscheid van onze Cubaan, die gaat weer 70km terug (in de regen). In de laatste paar kilometers komen we steeds een paar fietsende toeristen tegen. Even bekruipt ons het gevoel dat de campissimo vol of gesloten is. Vol is het zeker niet, maar wij hebben geen vouchers. Er wordt gebeld en we moeten een tijd wachten. Het wachten wordt beloond, we kunnen overnachten. Voor 12CUC zijn we onderdak en daarmee is alles ook gezegd. De huisjes zien er leuk uit van buiten, maar van binnen is het niet onderhouden zullen we maar zeggen. In het cafetaria eten we kip met aardappelkroketjes. In ons huisje is het erg warm. We zetten de ramen tegen elkaar open, maar dat helpt niet.

Zaterdag 29 november.
Het heeft de hele nacht door wat geregend en ’s morgens als we voor ons huisje ons eigen ontbijt eten valt er nog steeds wat neerslag. Vanochtend is er geen water, dat hoorden we al vanuit ons bed omdat het personeel dit over het terrein schreeuwden.
We rijden eerst langs de kust, leuk afwisselend, soms een heuveltje. Later draaien we het binnenland weer in. Het is minder druk dan anders op de weg. De laatste 20 km zijn minder leuk, eentonig en wind tegen. Zonder problemen vinden we onze Casa. Zaterdagavond in Guantánamo is speciaal. De drukste straat is afgesloten voor het verkeer en om de paar meter is een stalletje opgebouwd, soms met terras van drie tafels. Op verschillende punten worden varkens aan het spit geroosterd (een houten balk door de bek en aan de kont er weer uit). ’s Avonds kan je dus bijna overal varken of kip eten of alleen drinken. Ook wij eten een bordje gegrild varken. Daarnaast staat er ook een bakker, bloemenstal en een loodgieter. Tussen door wordt muziek gemaakt en worden demonstraties/uitvoeringen gegeven. Het is een gezellig gebeuren.

Zondag 30 november.
We fietsen eerst naar de autostrada. Onderweg hier na toe zien we wat lokale problemen. Oproerpolitie bij een groot veld, de nasleep van een brand in een flat en twee stuks afweergeschut met militairen erbij! en een opstoot van mensen bij een andere flat. Het is zondag en er is nog minder verkeer op de weg. We hebben de zesbaans autoweg voor ons zelf en het schiet lekker op met de wind, voor zover die er is, in de rug. Als de autostrada ophoudt hebben we een probleem, we snappen de beschrijving van de route niet. We besluiten rechtdoor te fietsen over de autoweg. Het landschap wordt mooier en het schiet nog steeds lekker op. Opeens houdt de weg bij een T-splitsing op. We hadden bij het eind van de autostrada dus toch linksaf moeten slaan. Gelukkig komt die weg ook op dit punt uit. Nu een lange, niet zo zware klim en we zijn in La Maya. Bij het centrale plein kopen/krijgen we onze lunch. Fred kreeg de broodjes gratis, omdat we geen genoeg kleine Cubaanse peso’s hadden. Vlak voordat we weer bij een autostrada komen eten we een kruising van een sinaasappel en grapefruit. Deze hadden we al gekregen toen we de Faralo op fietsen met de Cubaanse wielrenner. Vanaf de autostrada is het nog meer 12km en het gaat alleen maar bergafwaarts, net genoeg om niet te hoeven trappen of remmen. Dat schiet weer lekker op. In Santiago de Cuba rijden we een keer verkeerd, waardoor het zoeken wordt naar onze Case. Die vinden we echter met de kaart erbij, alleen nog even een zeer steile weg omhoog oplopen. We komen weer in een leuk oud huis. De fietsen passen net door de deur en staan in de woonkamer. Ons verblijf is op eerste verdieping en te bereiken via een hoge open wenteltrap. Even een lekkere koude douche en kijken wat er op straat valt te beleven. Het is aardig druk. We eten in een restaurant wat waarschijnlijk nog niet zolang open is. Het eten is heerlijk, kip met ananas, de bediening is slecht. We lopen nog even naar de plaza Cespedes waar toevallig net de plaatselijke harmonie haar opwachting maakt voor een concert van een half uur. Leuk om te horen, ze speelden ook een stuk dat wij twee jaar geleden speelden. Op een ander plein, plaza Marti stond een dameskoor te zingen. Op deze plaza ook de bokkenkar, kinderbrandweerauto en kinderfietsjes. Een leuk samenzijn.

Maandag 1 december.
We boeken voor de campissimo La Mula voor verderop in de week. Bij de plaza Cespedes “huren” we een taxi voor een rondrit. In een grote oude Chevrolet laten we ons rondrijden. Eerst naar de begraafplaats, met de laatste rustplaats van vele groten uit de Cubaanse geschiedenis. De belangrijkste is de tombe van Marti waar ook een erewacht bij staat. Vervolgens gaat het bergop naar El Cobre. Hier staat een Basiliek met de gouden madonna. In de omgeving groeien ook zonnebloemen, die gebruikt worden om de mandonna te eren. Langs de weg naar El Cobre worden de zonnebloemen volop verkocht. Verder zijn we ze nergens tegen gekomen. El Cobre is de belangrijkste plek in Cuba voor de katholieken. Via het Plein van de Revolutie gaat het naar de andere kant van de stad, naar El Morro. Dit kasteel, dat op de werelderfgoed lijst staat en goed is onderhouden heeft vroeger de baai van Santiago moeten beschermen. Hier komen weer veel toeristen en dat is te zien aan de vele kraampjes met souvenirs. De tocht wordt afgesloten met een verlate lunch bij particulieren. Op een dakterras hebben we een mooi uitzicht over de baai en het eten smaakt voortreffelijk. Bij de plaza Cespedes eindigt de tocht. Omdat we nog niet genoeg bezocht hebben, bekijken we ook nog maar even de Kathedraal, die binnen in de steigers staat. We besluiten de middag met een borrel op de plaza Dolares voordat we moe weer naar onze Casa gaan.

Dinsdag 2 december.
Vanochtend fietsen we naar Siboney. Bergje op, bergje af gaat het de stad uit. Om de paar honderd meter is er wel een monument ter nagedachtenis van slachtoffers op de mislukte aanval van Castro op een legerkamp in 1953. De eerste stop is bij de witte villa, Casa Blanca, waar Fidel en kornuiten vaak kwamen, in de tuin nog zijn Oldsmobiel. Een paar honderd meter het tweede museum. Dit keer over de Spaans – Amerikaanse oorlog waarbij Cuba waarschijnlijk onafhankelijk werd. Een paar kilometer verder komen we bij het strand waar we even zwemmen en lunchen. Zo op het strand voor CUC10 een redelijke vismaaltijd. Tijd om weer terug te gaan. Zoals wel vaker wordt het in de middag bewolkter. Als we weer in Santiago zijn begint het grote druppels te regenen en even later gaan we maar schuilen. Eenmaal terug in onze Casa, breekt de bui echt los.
Als het weer droog is gaan we de straat weer op. We gaan naar het steilste straatje. Ze hebben er maar een trap van gemaakt. Hier weer een mooi uitzicht over de baai/haven. We eten weer bij het restaurant waar we eerder aten, kip met ananas. De bediening is een stuk beter.

Woensdag 3 december.
We verlaten eenvoudig Santiago, het is een grote weg de stad uit. De zon schijnt en het waait licht. Het wordt een mooie tocht, langs leuke strandjes en baaitjes. Even een colastop met een mooi uitzicht. Al snel komen we bij het eerste Brisas resort, wij fietsen nog wat verder. Net voor Chivirico ligt een restaurant die ook kamers verhuurt op een eilandje. Om daar te komen, moeten we bellen en dan komt het bootje ons halen. Alleen dat bellen gaat ons niet lukken. Na even wachten of ze ons misschien zien, dan fietsen we maar door. Volgens de LP is er in Chivirico een tweede Brisas hotel, dat niet all inclusieve is. We vinden het hotel (de ingang ligt aan de grote weg) en klimmen “even” honderd meter omhoog. Het blijkt inmiddels toch een all inclusieve te zijn. We laten ons maar eens verwennen voor CUC80. We kunnen nog net aanschuiven voor de lunch. ’s Middags luieren rond het zwembadje. De lucht trekt weer dicht en het begint te stormen en later ook te onweren. In dit resort geen buffetten, maar bestellen van de kaart. Het zijn ook overwegend ouderen die hier (al jaren!) komen. All inclusieve, maar het blijft Cuba, een mooie kamer, maar het sanitair heeft een aantal gebreken.

Donderdag 4 december.
Rustig ontbijten, we hoeven pas om 12.00uur uit te checken en naar de Campissimo is maar 40km. Het waait nog steeds hard. Eenmaal bergaf valt het wel mee met de wind. De weg is een ander verhaal, het mooie asfalt is er bijna niet meer. Het wordt weer zoeken naar een goed stukje weg. Zelfs de bruggen zijn ingestort, maar met een beetje sturen nog te berijden. De Campissimo oogt netter dan de vorige, maar schijn bedriegt. Onze Casa, waar naast te bedden net nog onze fietsen passen, lijkt meer op een garage dan een huisje en het sanitair lekt. Het personeel is wel aardig, het eten minder.

Vrijdag 5 december.
Het ontbijt bestaat uit een gebakken ei met kaas en een kop koffie. Vandaag staat een wandeling op het programma. Hiervoor moeten we 12 km verder fietsen. Het is al vroeg warm. Onze fietsen kunnen we binnen opbergen. We gaan het nationale park Sierra Maestra in. Fidel heeft zware strijd geleverd in dit gebergte, maar zover komen wij niet. Misschien later vanuit San Domingo. Het gaat eerste steil de berg op, daarna lopen we wat meer over de flanken. We komen uit bij een waterval met een meertje waarin Gerda en de gids even zwemmen. Bij een bloeiende Algave spotten we kolibries en een ander klein vogeltje. Wat verderop wordt ons pad gekruist door een slang. Bij een boer krijgen we heerlijke koffie en een kokosnoot om leeg te drinken. Op de weg terug zwemmen we nog even bij een aardig strandje. Op de Campimissio zijn vandaag nog vier toeristen gearriveerd. Het is trouwens aardig rumoerig vannacht met vrachtauto’s.

Zaterdag 6 december.
We ontbijten al om 7uur, zodat we vroeg in de buurt van Pilon zijn. De eerste kilometers zijn ondertussen bekend terrein. Na een km of 20 veranderd de weg, eigenlijk is er geen weg meer alleen een pas van keien. Dichter bij de zee gefietst dan nu hebben we niet. Als we een paar keer het binnenland in fietsen om over een brug te gaan of over een bergkam, dan is de weg weer beter. Voordat we in Marea del Portillo zijn nog een zandpad langs mangrove. De weg wordt weer goed en in het dorp een korte stop voor een drankje. We komen langs de twee all inclusive hotels en rijden nog een paar km verder naar ons hotel. Ons  beoogde hotel (eenvoudig all inclusive) heeft echter wel kamers, maar geen eten. Er is ook verder niets. Gelukkig is er een illegale Case waar we onderdak vinden. Op een heuvel met mooi uitzicht en van alle gemakken voorzien. De eigenaresse heeft het goed voor elkaar. We slapen in haar kamer en gebruiken de gezamenlijke badkamer. ’s Avonds zet ze ons een overvloedige maaltijd van vis voor.

Zondag 7 december.
Een korte maar stevige rit vandaag. Net als gisteren een stevig ontbijt met gebakken worst en ei. Ook een paar glazen ananassap en ruim voldoende koffie. We rekenen CUC52 af, wel wat veel voor een illegaal onderkomen, maar het was het waard. Nadat we Pilon zijn gepasseerd, komt er een klim van 2 a 3 kilometer, niet echt steil, maar toch. Het wordt een mooie afwisselende tocht, eerst weinig bebouwd, later steeds meer suikerriet. Rond het middaguur komen we bij het hotel in Nico. Er zijn kamers zat, maar de receptioniste vraagt toch of we niet liever in een Capsa articulair willen overnachten, dat is ook goedkoper zegt zij. Het blijkt haar eigen huis te zijn, net achter het hotel. In ieder geval doet het beter aan dan het hotel. Na de was gedaan te hebben en wat hebben gerust gaan we de stad is. Normaal is hier weinig te doen maar nu op zondag helemaal niets. Alleen de suikerfabriek heeft de nodige herrie. De staat dus midden in de stad. Kilometers van verre al te zien door de enorme schoorsteen die dag en nacht zwarte rook uitblaast. Waarschijnlijk werkt alles in de fabriek nog op stoom, want we steeds stoom afblazen, het lijken wel stoomlocomotieven. Een grote rij met vrachtwagens, geladen met suikerriet staan te wachten tot ze de fabriek in mogen. Aan de andere kant vertrekken de vrachtwagens geladen met losse suiker. Vanaf ons balkonnetje hebben we uitzicht op het hotel en de fabriek. Er wordt ons een voortreffelijk diner voorgeschoteld, kippensoep, plakjes biefstuk met gebakken ui, salade, rijst gefrituurde banaan, verse fruit en sap. En tenslotte lekkere koffie. Als we gegeten hebben begint het stevig te regenen en waaien.

Maandag 8 december.
Vandaag een rustig ritje naar de uiterste oostpunt van Cuba. Met de wind in de rug verlaten we Niquero. Na een km of 16 komen we bij het nationale park, Parque Nacional Desembargo Del Granma, waar we toegang moeten betalen. (CUC10). Volgens de beheerder is meer dan zat te doen om ons een dag te vermaken. Een paar km verder eigenlijk de belangrijkste stop, de landingsplaats van Fidel, Raoul en Che. Hier staat ook een replica van de Granma. Een betonnen pad loopt tussen de mangrove door naar zee. Op deze plek zette de revolutie voet aan wal. De eerste kilometer moest destijds een hel geweest zijn om door te komen vanwege de waterstand en de modder. Het museum laten we voor wat het is. Weer een paar kilometer verder de ingang naar een pad dat langs verschillende archeologische punten gaat en een meer dan honderd jaar oude cactus. Helaas heeft de gids pech, we hebben alleen groot geld bij ons en hij kan niet wisselen. We fietsen verder en komen bij de vuurtoren in Cabo Cruz. Hier houdt Cuba op. Eigenlijk hebben we nu zowel de westpunt als de oostpunt gezien. Het restaurant in het dorp is helaas dicht en het strandje is minder mooi dan in de boeken staat, toch maar even het water in. Met tegenwind fietsen we terug naar onze Casa. Vanavond geen soep wel plakjes varkensvlees en een soort zoete aardappelen.

Dinsdag 9 december.
Met een lichte tegenwind begint de rit naar Manzanillo, volgens de beschrijving een eenvoudige vlakke rit. De eerste stop is in Media Luna waar het geboortehuis van Celia Sanches staat. Celia was belangrijk voor Fidel, zowel de persoon als het huis. Vanuit het huis werden aanvallen voorbereid. Het huis is nu een museum, echter wordt het gerenoveerd en is het gesloten. Halverwege de rit eten we weer eens een pizza con queso. De laatste stop is bij het museum Historico La Demajagua. Hier bevrijdde Carlos de Cespedes zijn slaven en begon de opstand tegen de Spanjaarden. Een grotere teleurstelling is er niet, er is nl, mijn inzien, niets te zien. Halverwege de middag zijn we in de stad, nu nog een lange afdaling naar de historische centrum. Achteraf was het zeker geen vlakke rit. In de stad worden we weer opgewacht door de eigenaresse van de Casa, een kennis van de vorige Casa. Na een verfrissende douche nog even de stad in. Er is echter niets te zien of te doen. Het diner wordt op het dakterras geserveerd. Vandaag weer eens garnalen in saus, helaas zit er iets te veel koriander (volgens de eigenaar komijn).

Woensdag 10 december.
Eerst even naar de bank en dan op weg naar Santa Domingo. We waren in de veronderstelling dat we de berg weer op moesten om de stad uit te komen, echter gaat het simpel over een vlakke weg. Voor het eerst zien we rijstvelden. Redelijk snel zijn we in Bartelemeos de Maso waar we tegenover de suikerfabriek wat eten en drinken. Het is nog maar 19k naar Sante Domingo. De weg gaat echter steil omhoog en regelmatig ook stijl naar beneden. We maken veel stops en soms is het te steil voor ons om te fietsen en lopen we. De laatste 500meter haat het echt steil naar beneden. Het is de moeite waard. In een prachtige omgeving vinden we onze Casa, wel even met de fiets door een riviertje (Rio Yara). We worden verwelkomt met een grote kan jus de orange. Nadat we zijn bijgekomen gaan we even zwemmen in de rivier, een 100meter stroomopwaarts is een mooie natuurlijke poel. De vissen knagen aan onze tenen en rug.
Later arriveren nog twee gasten, Nederlanders. Zo hebben we aardig wat praten. Het eten, dat goed smaakt, is een stuk eenvoudiger dan we gewend zijn.

Donderdag 11 december.
Vandaag staat toch wel het hoogtepunt van de vakantie op het programma.
Na een karig ontbijt gaan we het nationale park Sierra Maestra weer in, nu vanaf de andere kant van het gebergte. Het doel is de uitvalsbasis van Fidel, Commandancia La Plata. Eerst met de auto naar Alto del Naranjo, 5km weg die ons 750meter hoger brengt, met percentages van 40%. Vanaf hier gaat het pad door het woud naar de huizen die Fidel gebruikte voor zijn strijd. We hebben een bijzonder goede gids, die zeer goed Engels spreekt en de geschiedenis goed kent. Het is bijna niet voor te stellen dat vanuit deze omgeving een hevige strijd is gevoerd. Terug bij onze Casa staat een lunch (hoorde bij de tocht) klaar, water, cola en een broodje worst. In de middag gaan we weer zwemmen, waarna we afscheid nemen van de andere twee Nederlanders. Verder vakantie gehouden.

Vrijdag 12 december.
Omdat er Bayamo niet zo veel te doen is blijven we vandaag maar een dag extra in de Casa, mooi in de natuur. ’s Morgen lopen we een paar uur stroomopwaarts langs de diverse huisjes. Voor de lunch gaan we naar een paladeria. Tussen de was in krijgen we een lekkere en stevige maaltijd voorgeschoteld. Als extra kopen we een zak koffiebonen.
Gerda gaat hierna nog even zwemmen, ik heb geen zin. Eigenlijk heb ik nergens in meer in en even later lig ik wat beroerd op bed. Gerda houdt verder vakantie.

Zaterdag 13 december.
Ik voel me beter maar heb geen zin in weer een gebakken ei. We besluiten om ons maar naar Bartelomeus del Meso te laten vervoeren in plaats van de die steile hellingen zelf te gaan fietsen. Het vervoer is snel geregeld. Over een saaie weg is het nu nog 45km naar Bayamo. Voor mijn gevoel duurde dit stukje een eeuwigheid, mede door de tegenwind.
We treffen weer een leuke Casa met een zeer goed sprekende en behulpzame eigenaar. Nu is het Gerda die zich niet lekker voelt. Een paar koppen muntthee helpen niet voldoende. We lopen nog even door het stadje, maar daarna is het over en uit voor Gerda. Na een uitstekende maaltijd voor mij ga ik ook om 20.30 slapen, van het lawaai heb ik niets gemerkt. Duidelijk slaap in te halen.

Zondag 14 december
De dag met uitdagingen. Na een goede nachtrust en Gerda weer wat bijgekomen staat ons een uitgebreid ontbijt te wachten met veel fruit. Het is 75km naar Holguín over een zeer saaie weg met veel hobbels. Gelukkig schijnt de zon niet. De eerste 20km willen nog wel, maar dan begint het steeds wat harder te waaien (tegenwind) en zijn we dat hobbelen zat. Ook is Gerda nog niet de oude. Uiteindelijk bereiken we de stad en volgens de kaart is het eenvoudig rijden naar het hotel. Wat de kaart niet aangeeft, is dat de beoogde weg eenrichting is en niet de richting die wij op moeten. Nu is bijna alles eenrichting in de steden, dus maar een straat terug en de route vervolgen. Een punt van herkenning kunnen we vanwege een demonstratie niet bereiken en vervolgens moeten we een verplichtingen fietsroute volgen. Mijn richtingsgevoel stuurde ons toch de goede kant op, want plotseling zien we het voetbalstadion. Vijf minuten later zitten we in het hotel. De volgende uitdaging, onze komst is niet bekend en net als de heenreis zijn er geen vouchers. We krijgen echter wel een sleutel. De derde uitdaging, gaat de trapper weer van de fiets, gelukkig wel. Met een uurtje zitten de fietsen weer opgeborgen in hun doos. We kunnen genieten van onze laatste avond in Cuba. De reis zit erop 1265 kilometer gefietst en weer van alles beleeft en meegemaakt. Voor alle zekerheid maar een SMS gestuurd naar de touroperators voor vouchers en vervoer.

Maandag 15 december.
Berichtje ontvangen dat we om 10.30 worden opgehaald. Na veel pogingen van de receptie en de manager komt ook de voucher voor de overnachting.
Het busje is op tijd, echter moet hij 4 personen ophalen en geen fietsen. Omdat de dozen met geen mogelijkheid in de bus passen, bedanken we de chauffeur maar en gaan met een gewone taxi (met imperial) naar het vliegveld. Tot onze verrassing staat daar ook weer het taxibusje.
Het inchecken lijkt eenvoudig te verlopen, totdat de fietsdozen door de scanner moeten. Dat past niet. Wij zijn ondertussen voorbij de douane en de bagage is ook al weg. Tussen de douane en de scanners voor de reizigers staan onze fietsen. De dozen moeten open en het personeel gaat met de fietsen naar de ruimte waar de scanner staat. Het lukt nog niet.
Ten einde raad wordt alles wat vast en los zit aan de fiets bekeken en mogen ze toch mee het vliegtuig in. De douane is wel zo vriendelijk om te helpen de dozen dicht te plakken met tape.
Wacht ons alleen nog een rustige terugvlucht in de premiumcomfortklasse. Toch wel een groot verschil met de comfortklasse.