Oeganda, Fietsrondreis Juli 2023. De Voorbereiding.

Het zal maart geweest zijn dat we een nieuwsbrief van AWOL kregen en werden geattendeerd op een fietsreis door Oeganda. Na wat mailtjes heen en weer en wat later een facetime gesprek hebben we deze 4 weekse reis geboekt. Omdat lang niet alle reisinformatie voorhanden was, was het plannen wat lastig. Nadat we de GPX track hadden ontvangen kon het plannen pas echt beginnen en kreeg een globale indeling een vastere vorm aan. Een lastige horde was het aanvragen van de visa via internet. Voor mij, Fred, ging het in een keer goed, maar voor Gerda ging het fout omdat we geen “aanvraagID” hebben. Ook ontvingen we geen enkele mail (volgens onze provider omdat er fouten in de afzender zaten, waardoor ze niet werden doorgezet naar ons). Uiteindelijk maar de ambassade in België gebeld en toen was het alsnog geregeld. Nu wilde ik pas hotels/resorts en safari’s gaan boeken. Bij alle natuurparken kunnen we in ieder geval terecht. Oeganda, we komen eraan.


Maandag, 3 juli.

Tegen vijf uur gaat de wekker af en een uurtje later zitten we op de fiets richting station. De treinen gaan op tijd en zijn nog lang niet vol. Zo zijn we voor acht uur op Schiphol en twintig minuten later zijn we ingecheckt en door de douane. Tijd voor koffie. In het vliegtuig zitten we op de laatste rij. Met een tussenstop in Rwanda zijn we 11 uur later in Entebbe. Bij de immigratiedienst gaat het ongelofelijk langzaam, we staan een uur in de rij. We maken een praatje met twee andere fietsers. Zij blijven 8 weken en hebben een tentje mee. De taxichauffeur staat nog steeds op ons te wachten. In een klein kwartiertje gaat het naar ons eerste Oegandese verblijf. Alles lijkt uitgestorven. Maar het hek gaat toch open en worden we, in het donker, hartelijk welkom geheten. Inmiddels is het al dinsdag.

Dinsdag, 4 juli.
Vannacht niet zo veel geslapen, denk ik, na een dag in het vliegtuig gezeten te hebben. Een uitgebreid Engels ontbijt in de sfeervolle tuin smaakt uitstekend. Inmiddels worden de fietsen gebracht, stevig en goed onderhouden. Voor de fiets van Gerda nog een paar aanpassingen en een andere helm. Voor onderweg twee reservebanden, smeerolie en ook een pomp.
Tijd om op pad te gaan en de fietsen te “testen”. Al snel zijn we bij de plaatselijke markt, een paar straten waar kleedjes met groenten, kleding en huishoudelijke waar door elkaar staan. Een gezellige drukte en overwegend aardige mensen. Vervolgens gaan we over de grote weg naar de Victoria Mall. Auto’s die de parkeerplaats op willen worden uitvoerig gecontroleerd (zelfs met een spiegel aan de onderkant) en ook mijn rugtas ontkomt niet aan een inspectie. Eenmaal binnen vinden we gelijk de MTN winkel voor twee prepaid simkaarten. Dit gaat even anders dan bij ons thuis. Er worden formulieren ingevuld, ook met paspoortgegevens en er worden foto’s gemaakt. Daarna is het alweer tijd voor een iced-coffee en een smoothie. De middag wordt gevuld met een bezoek aan de botanische tuin. Een aardig park, weinig botanisch, maar aan het meer vele soorten vogels: maraboe, ibis, ijsvogel, rode wouw? en nog meerdere soorten. Ook nog een paar apen met een lange staart met een witte punt. Terug naar onze B&B voor een biertje en de laatste werkjes aan de fiets. In de tuin eten we ook een pizza of visburger.

Woensdag, 5 juli. Entebbe – Mpigi.
Omdat het maar een korte etappe is, staan we nog niet echt vroeg op. Om 8.00uur zitten we aan het ontbijt. De B&B moeten trouwens nog “ontwaken”. Het begin hebben we gisteren ook al gereden en na de eerste afslag wordt alles nieuw. Tot aan de bootjes hebben we asfalt. Met een houten bootje steken we een zijarm van het Victoriameer over. Onderweg vissende ijsvogels. Vanaf nu hebben we verder vandaag alleen maar een gravelweg, goed begaanbaar, al moet je vaak uitwijken voor kuilen. Het landschap is heuvelachtig, groen veelal bewerkt met mais, papaya en meer. Ook veel baksteenovens. Na een goed uur over deze weg stoppen we bij kruispunt om wat te drinken en volgen we het dagelijkse leven. Het verschilt weinig met Azië of Zuid Amerika, kleine winkeltjes, vele stalletjes en er lijken weinig mensen daadwerkelijk wat te doen. Het is niet echt druk op de weg. Na een paar heuveltjes zijn we al in Mpigi. Het bord naar het resort doet dienst als kapstok, maar de routeapp geeft de juiste aanwijzingen. Tot slot nog een uitdaging, de steile heuvel op, soms maar even lopen. We hadden vooraf gebeld of er plaats was, maar ter plaatse lijkt het wel of er een oplossing gezocht moet worden. Ons onderkomen voor vannacht lijkt wel een vrije kamer in het personeelsdeel. Na een verfrissende douche wandelen we terug naar het dorp voor een kop koffie. Een leuke eigenaresse die ook wel ons avondeten en ontbijt wil verzorgen, maar daar bedanken we voor. Even verderop kopen we de eerste Rolex. Geen horloge maar een soort omelet in een chapati gerold, smaakt goed. Na de wandeling (weer bergop) zitten we nog een poosje op “ons terras”. Vandaag 393 hoogtemeters over 26km.

Donderdag, 6 juli. Mpigi – Kayabwe.
We hebben om 7 uur het ontbijt besteld. Gelukkig waren er al meerdere mensen mee bezig. Het duurde nog bijna een half uur voordat er wat op tafel kwam, maar daarna ging het snel. Om kwart over acht stappen we op de fiets. Het begin gaat over asfalt en is het druk, maar deze neemt geleidelijk af. De heuvels nemen in de loop van de dag toe in lengte en hoogte. In een dorpje op een kruispunt nemen we ons eerste drankje van vandaag: appelsap. Na een kilometer op 33 houdt het asfalt op en mogen we over gravel verder. De weg is soms goed maar bij klimmen en dalen zijn er diepe uitgesleten sporen. Het is dus goed oppassen. Rond een uur of twee is het tijd voor een rolex en maar weer een appelsap. Ook hier hebben we weer veel bekijks. Nog een paar klimmetjes en dan een langere afdaling, inmiddels weer op asfalt. Eigenlijk zijn er de hele dag mensen op de weg, lopend of op de motor. Op een groot deel van de weg waren er geen auto’s omdat deze te slecht was. Zo zijn we rond vier uur in Kayabwe waar het hotel snel gevonden is. Na een verfrissende douche lopen we nog even naar de evenaar, tevens de plaatselijke trekpleister met souvenirs en cafés. Tijd voor een biertje. 750 hoogtemeters in 66 km.

Vrijdag, 7 juli. Kayabwe – Lukaya.
Vandaag gaan we echt mountainbiken. We zijn het dorp nog niet uit of het asfalt houdt op. De weg wordt steeds slechter, maar blijft begaanbaar. Na een aantal kilometers veranderd dat, er zijn nu nog twee sporen van een halve meter diep, vrachtwagens gaan er nog steeds overheen. Na een kilometer of 13 zijn we in een dorpje en slaan we de lunch in voor onderweg. De route vandaag gaat langs de wetlanden van centraal Uganda. Dat houdt in veel water. Bij een modderpoel op de weg houd ik het niet droog, schoen tot m’n enkels in de blubber en de wielen zuigen vast in de troep. Eenmaal weer los laat ik de smurrie maar opdrogen. We komen bij twee vennetjes met de mooiste vogels. We kijken onze ogen uit. Ook een mooi plekje om met schoen en al de benen weer schoon te spoelen. Nadat we onze lunch hadden gegeten, hebben we een afslag gemist en dat merkten we pas later. Gelukkig zijn er vele wegen die naar Rome leiden en met een kleine omweg komen we weer op de route. Op de weg naar de route toe komen we ook de plaatselijke marskramer tegen op de fiets. Dit is echt afzien, de fiets duwend met ik weet niet hoeveel pannen, potten kleding speelgoed etc, over een versleten pad bergopwaarts. Als je denkt dat je alles gehad hebt, moeten we door een soort moeras, van graspol naar graspol proberen we het droog te houden. Wat later rijden we over een dijk tussen de plassen en opeens, ja hoor, de dijk is een stukje verdwenen. We moeten ons dus laten overzetten met de kano. Het is een gezellige boel en alles gaat officieel, we worden in het boek genoteerd. Iets verderop ontbreekt ook een stukje dijk, maar dat wordt met planken overbrugd. Nu krijgen we nog het heuvelachtige deel en tot slot: op het laatste stuk wordt aan de weg gewerkt. Een grote shovel probeert de weg te verbeteren. Intussen hebben we ook een buitje regen gehad. Ook in Lukaya gaat men aan de weg werken, driekwart van de wegbreedte wordt over een paar honderd meter volgestort met zand/klei zodat er een 1 richtingverkeer ontstaat maar dan voor twee richtingen. Niet veel later zijn we bij onze eindbestemming. Vandaag eten we rijst met tilapia(in een sausje), bakbanaan, en nog twee dingen. We spreken af om morgen om 8 uur te ontbijten. 75km met 570 hoogtemeters.

Zaterdag, 8 juli. Lukaya – Lake Nabugabo.
Vandaag een korte rit, daarom ontbijten we ook wat later. Het ontbijt is anders dan we hadden afgesproken: Ugandese thee ipv zwarte thee, omelet ipv gebakken ei en heel verrassend rijst met boontjes en bakbanaan. We verlaten het dorp en het asfalt, en rijden eerst door de “buitenwijken”, daarna over een stukje asfalt en vervolgens weer over de klei. Opeens breekt m’n zadel. We rijden nog een stuk door maar vervangen het zadel toch maar (we hebben Gerda’s zadel van thuis meegenomen). We komen weer langs een vennetje. Aan de overkant zien we twee kraanvogels lopen, wat een mooi gezicht. Rond het middaguur komen we bij het resort aan het meer. We werden al verwacht. Je zou dan denken dat alles geregeld is, maar bij cabine een werkt de boiler niet, bij cabine twee komt er geen water uit de kraan. Tenslotte toch een cabine waar alles werkt. Vanmiddag lekker rusten. Op het park zien we weer veel soorten vogels en ’s avonds komen er ook aapjes tevoorschijn. In de middag zijn ook de twee andere Nederlandse fietsers aangekomen, even de ervaringen uitwisselen. Voor de verandering weer eens tilapia met patat. De patat is heerlijk, maar de vis is iets te hard gegaan op het houtvuur. Slechts 34 km en 250 hoogtemeters.

Zondag, 9 juli. Lake Nabugabo – Masaka.

Vandaag weer een korte rit, eigenlijk het vervolg van gisteren, naar Masaka. Omdat we de tijd hebben doen we rustig aan, lang ontbijten en nog een koffie toe. Uitzicht op het meer waar de vissers weer terugkeren en apen op het terras om de meloenpitten op te eten. Masaka is een drukke stad, maar zonder problemen bereiken we ons onderkomen voor vannacht. Deze keer slapen we in een safaritent die we voor onszelf hebben. Na een lekkere douche een smakelijke lunch in de strandstoelen uit de zon. In de namiddag lopen we de stad nog even in. Het beeld is weinig anders dan in andere steden, druk en rommelig. Op de weg terug drinken we nog wat bij Plot99, en daar zitten onze Hollanders ook. We hebben uitzicht op iets wat ze een golfbaan noemen. ’s Avonds eten we voor de verrassing eens spaghetti. 25km en 350 hoogtemeters.

Maandag 10 juli. Masaka – Malongo Country Resort.

We krijgen een uitgebreid ontbijt voorgeschoteld op de gewenste tijd. Dan beginnen we aan een saaie tocht over een grote, redelijk drukke weg. Het is ook warmer dan dat we tot nu toe gehad hebben. We hebben dus 1000 hoogtemeters te overbruggen en dat valt niet mee. Het landschap is saai, bananenplanten en koffiestruiken. In de loop van de middag zijn we op plaats van bestemming. Een mooie, ruime kamer, wel wat warm en een van de betere douches. Je kan merken dat dit weer een grotere organisatie is, het personeel is minder gastvrij en behulpzaam als in de kleine B&B’s zoals gisteren Mutti. Vanavond patat met kip, oja, er is geen licht in de wc merken we als we naar bed gaan. 1000 hoogtemeters over 62 km.

Dinsdag, 11 juli. Malonga country resort – Leopard Restcamp.

We hadden om 7 uur afgesproken, maar dat blijkt te opportunistisch te zijn. De prijzen staan niet tot wat er geboden wordt. Eenmaal weer op de fiets gaan we verder, na tien kilometer zouden er twee banken zijn, geen van beiden dus, gelukkig wel een andere. Geluk is meestal van korte duur, zoals ook vandaag. Deze bank heeft geen US dollars. We wisselen daarom maar om naar ush. Zo ben ik even later 3.8 miljoen rijker. Voordat we de asfaltweg verlaten, staat eerst nog een cola tegenover de slager. De laatste 8 km gaan over een gravelweg, maar eigenlijk een droog zand weg met vele klimmetjes. Als snel zien we de eerste zebra’s en springen de springbokken voor ons langs. Uiteindelijk komen we bij het Leopard rest camp aan. Men staat ons alweer op te wachten. De safaritent biedt wat de website laat zien, maar de website laat niet het uitzicht vanuit de tent zien: struiken. Wel veel privacy. Na lekker gedouched te hebben gaan we naar het restaurant, op de eerste verdieping, voor een eenvoudige lunch. We kijken hier net over een aantal toppen van bomen uit. Verder houden we vandaag vakantie. 35 km met 430 hoogtemeters.

Woensdag, 12 juli.

De wekker gaat vroeg, 7 uur ontbijt en een half uur later gaan we op wandelsafari. Met een gids lopen we zo’n twee uur in de omgeving van het camp. We krijgen uitleg over planten, dieren en vogels. We zien in ieder geval zebra’s, impala’s en wilde zwijnen. Vogels zijn er ook in overvloed. Verder vandaag vakantie.

Na het diner ga ik betalen, het is meer dan ik dacht. De prijs per tent is per persoon ipv per tent, gelukkig kan je hier ook met Ush betalen.

Donderdag, 13 juli. Leopard rest camp – Eagle ‘s Nest.

Na weer een lekker ontbijt gaan we op fietssafari. De gate is snel gevonden en na betaling van $140 gaat een ranger ons naar de andere toegangspoort brengen. Eerst nog wat onduidelijkheid over de fiets die we moesten huren voor hem, maar dat wuiven we weg. Het begin is niet veel anders dan gisteren, maar na de eerste heuvel wordt het landschap wat opener. Inmiddels hebben we de zebra’s en impala’s al voorbij zien komen. Nu zien we vooral mooie vogels, waaronder de woodland ijsvogel. Inmiddels zien we de waterbok en buffels voorbij trekken. We komen bij een poeltje, daar is altijd wat te zien. Naast de zebra’s, die we overal tegenkomen, een kolonie apen en in het water een nijlpaard. In de verte ontdekken we giraffen, dus op de fiets er op af. Deze giraffen zijn uitgezet om de (echte) acacia’s te bestrijden. De giraffen zijn anders dan de giraffen die we in Namibië zagen. Ook zie je duidelijk het verschil tussen de mannetjes en de vrouwtjes, de mannetjes zijn donkerder gekleurd en hebben drie hoorns ipv twee. Ze zijn ook niet bang, we kunnen ze tot een meter of tien benaderen. Ondertussen zien we ook andere hertensoorten voorbij komen. Na nog een stukje klimmen volgt nog een lange afdaling en zien we de gate alweer. In drie uur hebben we een prachtig stuk wildernis beleefd en bedanken we onze gids. Voor ons ligt een berg en op de top, je raadt het al, ligt ons onderkomen voor de volgende twee nachten. Eerst nog maar en cola. Het begin van de klim lukt nog wel, maar de laatste 150 meter wordt het toch lopen. Eagles Nest, de naam zegt het al, ligt dus op de berg en heeft mooie uitzichten op het park. We worden hartelijk ontvangen met een glaasje sap. We worden ondergebracht in een mooie tent met een zeer grote badkamer en nu wel een mooi uitzicht. Na een lekkere douche tijd om te lunchen en de administratie bij te werken. Morgen willen we een boottocht maken, maar dat heeft wat voeten in aarde. De boottocht wordt door de rangers uitgevoerd. Dat we weer entree moeten betalen is bekend, maar je mag niet alleen op de fiets het park in dus moet er een ranger mee die geen fiets heeft (dus huren, alles is bijna mogelijk). We denken aan de boottocht van twee uur, blijkt dat deze niet gaat. Alleen om 4 uur, maar dan ben je niet voor donker terug bij de accommodatie, dat is dus geen optie. Gelukkig komt de medewerkster die ons helpt met de boeking met de oplossing, ze heeft een kleine auto en gaat ons brengen en halen. ’s Avonds genieten we van een goed diner. Helaas hebben we op het terras te veel last van muggen en trekken we ons terug in de tent.

Vrijdag, 14 juli.

Er staat vandaag 1 activiteit op het programma, de boottocht in de middag. Toch staat Gerda om half zeven op voor de zonsopgang. Alle gasten in de lodge hebben vandaag weinig tot niets te doen, want we zien ze de hele dag (Belgen en Duitsers). Eigenlijk gaat de dag best wel snel met luieren. Om drie uur gaan we met onze privé chauffeuze naar het meer in een kleine Toyota. We zien een “andere” medewerkster, vrolijk, babbelend en bijna alles kan. Na het kopen van de parkentree tickets gaan we het park weer in, eerst het deel wat we al gefietst hebben en later een nieuw stuk. Ook nu zien we weer veel, al eerder geziene, dieren. Het is nog een aardig eind rijden, met de fiets was dit niets geworden. Bij de “bootterminal” is het druk, een soort schoolreisje. Alle kinderen mogen bij de boot op de foto met een zwemvest aan. Nog even kaartjes kopen en we kunnen aan boord, we zijn niet de enigen. Vanaf het water ziet het er toch net iets anders uit. We zien in ieder geval heel veel hippo’s, visarenden en ijsvogels. Een paar krokodillen en een watertrapper. Weer terug aan de “kade” zien we dat een stel Nederlanders een paar tenten hebben opgezet. Hier komen ook hippo’s aan land en er lopen wilde zwijnen rond. Wij hobbelen weer terug naar onze eigen tent. Ook vanavond weer heerlijk gegeten, dit is toch een van de betere keukens op onze reis.

Zaterdag, 15 juli. Eagle ‘s Nest – Mbarara.

Na een vroeg ontbijt gaan we toch maar lopend de berg af. Tot aan de grote weg komen we handen tekort om naar de kinderen te zwaaien en hello te roepen (of zoiets). We stoppen even voor een stel ooievaars dicht bij de weg. Op de “grote” weg is het minder druk dan een paar dagen geleden, maar naar een paar km gaan we toch het binnenland weer in. Over een stoffige weg moeten we soms stoppen om ruimte te maken voor een paar vrachtauto’s, verder alleen bromfietsen. Bij een meertje stoppen we even omdat er kraanvogels staan. Ik kan er aardig dicht bij komen. Weer terug op de grote weg is het tijd voor een cola en iets verderop een rolex. Verder hebben we geen afslagen meer en gaat het redelijk snel de stad in. Het is aardig druk, maar zonder problemen komen we bij het Acacia Hotel waar nog plaats voor ons is, wel iets duurder dan het gidsje vermeld. Na een lekkere douche gaan we de tuin in voor koffie en later een biertje, het is zaterdagmiddag. Net buiten het hek staat een podium waar steeds muziek wordt gemaakt. Vaak niet om aan te horen, maar ’s avonds wordt het beter en gaat het tot diep in de nacht door. 54km en 576 hoogtemeters.

Zondag, 16 juli. Mbarara – Ibanda.

Voor het eerst deze vakantie een ontbijtbuffet. Om half negen zitten we weer op de fiets en rijden we de stad uit. Het is niet zo hectisch als gisteren. We stoppen een paar keer omdat mijn voorwiel zwabbert, er lijkt me wat speling in de as te zitten. Het is een saaie maar goede weg met veel heuvels. Het landschap bestaat hoofdzakelijk uit weilanden. In de middag komen we in Ibanda. Een groot hotel, maar uitgestorven. Men vindt dat wij, met de fietsen, een grote kamer moeten hebben. Na de douche lopen we nog even het stadje in, maar veel is het niet. Na de kip met patat is het weer vroeg naar bed. 69 km en 620 hoogtemeters.

Maandag, 17 juli. Ibanda – Bigodi.

We hebben een valse start. Gerda heeft een lekke band, gelukkig hebben we reservebanden. Ook vandaag weer alleen asfalt. Druk is het niet op de weg. Wel is het erg warm. Onderweg kopen we een ananas die ter plekke wordt schoongemaakt en in vieren gedeeld. Erg lekker zo vers en maar 2000ush. Na de zoveelste berg eindelijk de afslag naar Kibala forest camp waar we hartelijk welkom geheten worden met een glaasje sap en een koud doekje. We slapen vannacht weer in een tent, lekker fris. Ook hier weer een lekkere douche, die we wel moeten delen. We hebben uitzicht op het moeras, maar zien niets van vogels of dieren. Dit camp zit wel vol en in het leuke restaurant smaakt het eten prima, al zijn de visfilets wel droog. 73km en 833 hoogtemeters.

Dinsdag, 18 juli. Bigodi – Lake Nkuruba.

Na een prima ontbijt gaan we een wandeling door/langs het moeras maken. Afspraken maken lijkt altijd weer moeilijk. De gids staat ons bij de lodge op te wachten, maar weet niet dat we geen vervoer hebben, zodat er eerst brommer taxi’s worden geregeld. De wandeling valt tegen, we gaan nauwelijks de wedlanden in en veel vogels zien we niet. Als we ze zien dan is het ver, of in het loof van de bomen. Terug bij de lodge nog een kop koffie en dan gaan we op weg. Eenmaal het dorpje Bogodi uit, komen we in het Kibale forest. Een groot nationaal park dat is doorsneden door een weg. Er lopen gelijk twee bavianen op de weg, maar deze verdwijnen bijna gelijk. Ook nu is het weer warm en gaat het bergje op bergje af. Na het forest een andere omgeving, alleen maar theeplantages. Na een colaatje verlaten we het asfalt en gaan het vulkanengebied in. Hoewel, het eerste vulkaanmeer zijn we al gepasseerd. Hoewel het nog maar een paar kilometer fietsen is, hebben we wel nog een paar honderd hoogtemeters te maken. Enigszins moe komen we op plaats van bestemming, Lake Nkuruba Nature Reserve & Community camping. We krijgen een leuk huisje. Het terras ligt aan een kraterrand en heeft een mooi uitzicht over het meer. Het barst hier ook van de apen. Verder zijn er alleen Nederlanders op deze plek. ’s Middags doen we niets (tijdrit tour de France volgen). 23 km en 606 hoogtemeters.

Woensdag, 19 juli.

Vandaag een rustdag, dus zitten we pas om 8 uur aan het ontbijt. Rondom zitten overal al apen. Op het moment dat ik mijn fruit aan de kant zet, gaat een aap er met m’n pannenkoek vandoor. Zonder bagage fietsen we een stukje rond een paar kratermeren. We komen door veel dorpjes en vooral veel bananenplantages. We hebben soms mooie uitzichten over de meren. Voor een drankje dalen en stijgen we naar de Papaya Lake Lodge. Een lodge met een geweldig mooi uitzicht over een meer. Volgens de site kost een lodge slechts $500 per nacht. Gelukkig mochten wij, in onze fiets kloffie, hier wat drinken. Een kilometer verder is een fraai uitzichtpunt. ’s Middags wat gewassen en vakantie gehouden.

Donderdag, 20 juli.

Na het ontbijt vertrekken we per busje voor 3 dagen naar het Queen Elisabeth Park. Naast een chauffeur gaan er twee gidsen mee, waarvan er min of meer tourleader is. De rit duurt ongeveer twee uur over zowel asfalt als gravel. Nog voordat we bij de lodge zijn spotten we de eerste olifant. Onze lodge, de Tembo lodge, ligt op een heuvel aan de rand van het kanaal bij de brug. Aan de oever is het een drukte van belang. Vissers die met hun netten bezig zijn en bij de “rondvaartboten” zijn weer schoolreisjes aan de gang. We hebben een prachtige kamer en een fraai uitzicht. Op ons terras is het even genieten. We worden gewaarschuwd dat ‘s avonds rhino’s uit het water komen en via het camp het land ingaan om te eten. Direct na de lunch gaan we met de boot over het Kazinga kanaal. Ook nu weer vele rhino’s, visarenden, ijsvogels en dieren die rond de walkant leven. Hoewel er veel gelijk is aan de boottocht over lake Mburo is dit toch weer een unieke belevenis. We gaan gelijk door het busje in en op game drive over de Kasenyi graslanden dat een kwartiertje rijden is. De gids is nu de chauffeur. Over de graslanden gaat het over smalle paadjes en spotten weer veel antilopen, watdogs, waterbucks etc. Bij een meertje de gebruikelijke rhino’s, buffels en ijsvogels. De zon gaat inmiddels onder als het bericht binnenkomt dat er leeuwen zijn gesignaleerd. Nabij de leeuwen verzamelen zich een tiental safari auto’s. Met goed zoeken en vele aanwijzingen zien we twee leeuwen in een boom op een tak liggen. Met een vogel telescoop zien we het beter. De chauffeurs hebben inmiddels besloten van het pad te gaan en achter elkaar vlak langs de boom te rijden. Wat een mooi gezicht. We gaan weer terug naar de lodge als we een lekke band krijgen. Met behulp van een paar andere gidsen wordt de band, inmiddels is het donker, vervangen. Later dan gepland beginnen we aan een heerlijk diner en een welverdiend biertje.

Vrijdag, 21 juli.

Een lange dag. We zitten al om 6 uur aan het ontbijt want om 6.30 begint wederom een game drive in het gebied waar we gisteren ook waren. De chauffeur van gisterochtend is nu weer aanwezig. We zijn net het park in als we al een luipaard langs de weg zien lopen. Ook nu gaat het net zoals gisteren. We zien een antilope die net bevallen is en het jong moet nog opstaan. Ook nu komt er weer een bericht binnen waar twee leeuwen gespot zijn en weer verzamelen alle auto’s zich. Op een 100, 150 meter afstand staan twee leeuwen voor een paar bosjes in het hoge gras.

Na de game drive gaan we naar een meer waar zout wordt gedolven. Kleine gesloten plasjes in een meer waar men het water laat verdampen en er zout over blijft.

Terug in het dorp wordt de gerepareerde band weer onder de auto gezet. Omdat we een lunchpakket mee hebben gaan we direct door naar de Ishasha sector van het QEP, een twee uur rijden. Voordat we het park in gaan eten we eerst nog ons lunch. Ook nu gaat het weer over smalle paadjes door het grasland en de acacia bomen/struiken. Het doel is om de boom leeuwen te spotten, helaas zien we die niet. Op de weg terug naar de uitgang zijn er branden uitgebroken op de graslanden in de buurt van de uitgang. Eerst probeert de chauffeur hier doorheen te rijden, maar op een gegeven ogenblik staat ook het gras op het pad in brand. Het lijkt erop dat we worden ingesloten door de branden. Het is indrukwekkend hoe snel de brand zich uitbreidt over het droge gras. We keren om en rijden door de dichte rook het brandende gebied uit. Om weer uit het park op de weg te komen moeten wat toeren uitgehaald worden om het busje over een dijkje te krijgen. Weer om de weg komt de volgende uitdaging. Heeft de chauffeur wel voldoende brandstof om in het dorp te komen. Van een voorbij komende automobilist krijgt/koopt hij een paar liter diesel. Nog een keer moeten we door de dichte rook om het gebied te verlaten. Tegen zevenen zijn we weer bij de logde een avontuur rijker.

Zaterdag, 22 juli.

Ik word ‘s nachts een paar keer wakker van gesnurk. Als ik ‘s morgens uit het raam kijk zie ik een rhino naast onze lodge liggen te slapen. Om acht uur vertrekken we weer. Ons busje is inmiddels vervangen door een personenauto en een nieuwe chauffeur. Eerst gaat het naar het Katwe Salt Lake, op een uurtje rijden. Met een lokale gids gaan we naar het meer. De zoutwinning gaat net als gisteren, maar het is een veel groter gebeuren en een veel groter meer. We krijgen een uitgebreide uitleg en lopen over de walletjes van de kleine plasjes waar vrouwen de modder met zout in een hoek scheppen. Zwaar, vies en ongezond. Mannen lopen met volle zakken over de walletjes om een vrachtwagen te vullen. Op het meer varen vlotjes van drie boomstammen met wat stokjes bijeen gehouden om zout uit het meer te halen. Het is allemaal seizoenswerk, in de droge periode wordt de kost verdiend met vissen in een nabijgelegen meer. Tenslotte lopen we nog door het dorpje aan het meer. Het is druk, vooral bij de “visafslag” waar druk wordt onderhandeld over de verse tilapia en andere vissoorten. Ondertussen worden de visnetten weer gereed gemaakt in de bootjes voor de komende avond. Aan de andere kant van het meer ligt Kongo.

Nog anderhalf uur rijden en we zijn weer bij Lake Nkuruba waar de lunch al voor ons klaar staat. De rest van de middag vakantie.

Zondag, 23 juli.

Een luie dag. De verslagen bijwerken, foto’s uitzoeken en genieten van de mooie plek. Nog even zwemmen in het prachtige kratermeer en zelfs ik ga het water in.
Dan opeens een kabaal van vogelgeluiden. We zien twee grote blauwe toerako’s en twee kuiftokken. De mangoesten laten zich geregeld zien.
Morgen weer op pad voor de laatste zes fietsdagen naar Entebbe.

 

Maandag, 24 juli. Lake Nkuruba- Kyenjojo.

Om 7 uur gaat de wekker en maken we ons op om weer eens te gaan fietsen. Ook de keuken had het ontbijt op tijd klaar. Als we 50 meter op weg zijn twijfelt Gerda of ze een lekke band heeft, we pompen hem maar op en dan zien we wel. Het wordt een stoffige dag vandaag. Eerst een kleine 10 km gravel en dan tot Fort Portal asfalt. Even snel geld gewisseld en dan naar de Green Garden. Een groot terras en een hele lekkere cappuccino (dubbele). Net zo snel als we de stad in kwamen, gaan we er weer uit. Na een paar kilometer verlaten we het asfalt. Hier houdt niemand rekening met een ander als zowel een brommer als een auto veel stof opwaait. Het moet vooral snel. Net op tijd gaan we het juiste paadje op. Een smal pad vol kuilen en uitgesleten geulen bergop. Zagen we in het begin bananenplantages, inmiddels is het moerassig met papyrusplanten. Langs de weg wonen overal mensen, ook zo ver van de “bewoonde wereld”. Inmiddels rijden we door de theeplantages. Dit landschap heeft veel mooie vergezichten. Overal wordt wel gewerkt, bladplukken, zakken met theebladeren vullen, vrachtwagens laden enz. We bereiken weer het asfalt en fietsen nog 25 km naar ons hotel nadat we eerst nog een sapje en een paar bananen gegeten hebben. We fietsen door een grote poort het terrein van het hotel op, het ziet er luxe uit. Zonder problemen krijgen we een kamer en gaan de fietsen in een berging. We zien er niet uit, onder het stof en ook de tassen zitten onder het stof. Dat wordt weer boenen onder de douche. Het was vandaag minder warm dan de afgelopen dagen en dat fietste wel lekker, ook vrij veel bewolking. Even uitrusten op ons terras en kijken naar de nestkeuring van de wevervogels. We zijn de enigen die in het hotel eten, veel gasten zijn er trouwens niet. Vandaag 800 hoogtemeters over 71 km.

Dinsdag, 25 juli. Kyenjojo – Kadagi.

Om half acht zitten we aan het ontbijt. Een redelijk korte etappe met een lange afdaling en een lange klim en dat allemaal op asfalt. Er komen hier meer fietsers denk ik, want de receptioniste weet welke kant we opgaan. In Kadagi is het even zoeken naar het hotel, de omschrijving is niet helemaal duidelijk en het bord aan de weg is slecht te lezen. De 1,7 km in het boekje klopt in ieder geval niet, het is slechts 250 meter. Voor twee uur zijn we bij het Villa Court Hotel. Weer een mooie omgeving en een mooie kamer waar alles het doet. Onder een boom brengen we de middag door met een verse passievruchten juice. Ook hier weer een boom met wevers die aan nestkeuring doen. Vandaag is trouwens een dag met veel bewolking en is het wat broeierig warm. 53 km met 717 hoogtemeters.

Woensdag, 26 juli. Kadagi – Kibaale.

Vandaag wordt het afzien. Voordat we de weg verlaten, kopen we twee rolexen omdat we niet weten wat er verder nog komt. De eerste 24 km gaat over asfalt, maar daarna begint het grevel en met steile heuvels. Afdalen gaat net zo langzaam als klimmen, immers de kuilen en sporen zitten ook bergafwaarts en het gemotoriseerde verkeer heeft maling aan fietsers. Bij een “steenfabriek” eten we onze lunch in het beetje schaduw dat er is.Tot een kilometer of 45 gaat het aardig goed maar dan komt er een klim aan die ook voor mij te gortig is en moet ook ik een stuk de fiets af en lopen. Onderweg worden we wel weer aangemoedigd door de jeugd, al zien we wel wat kinderen wegrennen als ze ons zien. We zijn blij als we het Kuruguuza starlight hotel zien. We laten ons de tilapia met frietjes goed smaken, zittend in de tuin. 58 km met maar liefst 870 hoogtemeters.

Donderdag, 27 juli. Kibaale – Joy forest Logde.

Wat is wijsheid. Nog drie etappes te gaan met respectievelijk 61, 87 en 70 km te gaan met veel hoogtemeters en veel grevel. We zien wel hoe ver we komen. We verlaten als snel weer het asfalt. Het begin is gelijk een lange klim, redelijk stijl. Eenmaal boven komen we in een lieflijk landschap met vele vergezichten en is het pad best wel goed. Ook nu weer veel hello, goodbye, how are you en soms money. Regelmatig fietsen we door moerasgebieden afgewisseld met wat landbouw. Al met al een leuke route. Na 48 km komen we weer op het asfalt en rijden we richting Mubende, een grote stad en dat is te merken aan het verkeer. We kunnen kiezen of in de stad blijven of nog 15 km verder rijden, dit heeft natuurlijk impact op de laatste twee fietsdagen. We rijden dus maar 15 km verder over een goede weg met wat minder verkeer dan voor we de stad in reden. We komen dus bij de Joy Forest Lodge. We worden hartelijk ontvangen en natuurlijk is er plaats (we zijn weer de enigen). De kamer ziet er redelijk uit, maar later blijkt er geen stopcontact te zijn, slechts een kussen en geen bovenlaken. Het lijkt erop dat het avondeten van een take away komt. 61 km en 725 hoogtemeters.

Vrijdag, 28 juli. Joy foerst lodge – Kassanda.

Nog voordat we zijn opgestaan wordt er al hevig aan de deur geklopt en krijgen we het ontbijt. Het ontbijt, droog brood en een omelet die waarschijnlijk gisteren al is gebakken. Achteraf is deze overnachting dus minder geslaagd. De route voor vandaag gaat in het begin over “kleefklei”, dus af te raden bij regen. Regen hebben we de hele vakantie nog niet gehad, dus dat wordt geen probleem. Na 14 km verlaten we de hoofdweg en gaan het grevel weer op. De weg wordt steeds beter maar wel met heel veel klimmen en dalen. Na 28 km komen we in een dorp met zowaar een rotonde met alleen grevelwegen. Hier kunnen ook vrachtauto’s komen en dat zien we aan de uitgesleten weg. We vervolgen de doorgaande weg die nu een stuk drukker, lees veel meer stof, is. Na 54 km en misschien al 650 hoogtemeters besluiten we in Kassanda te blijven, in het Kyato hotel. Je snapt het niet, maar midden in de “rimboe” een groot hotel met conferentieruimte en tuin. Wederom proberen we al het stof uit onze poriën te boenen, maar aan de witte handdoeken is het weer niet helemaal gelukt. Zoals overal staat de TV keihard met alleen muziekzenders. Als we zitten te dineren staat zowaar het nieuws op, wat ook door een paar mannen wordt bekeken. En dan het confronterende: Een kookprogramma. Vanuit een hypermoderne keuken met alles erop en eraan wordt demonstratie chocoladecake bakken gegeven. Als ik even naar buiten kijk, zie ik armzalige hutjes van leem, slechte steen, of hout, soms voorzien van een enkele lamp als verlichting terwijl buiten op een houtskoolvuurtje wordt gekookt. Hoe groot wil je de verschillen hebben.

Zaterdag, 29 juli. Kassanda – Mpigi.

We beginnen met het afmaken van de 15e etappe. Over een vlakke weg (grevel en later asfalt) met aan het eind nog wat hoogtemeters komen we weer op de hoofdweg Kampala-Fort Portal. Ik stel voor om koffie te drinken en wat te eten in het Enro hotel, dat als eindpunt van deze etappe wordt genoemd. Het
Enro hotel ziet er weer “duur” uit. Op het gazon onder een boom kunnen we wat eten en drinken. Het bestellen is zo gedaan, maar voordat we een vegetarische sandwich op tafel hebben zijn we al een uur verder. Er is wel van alles te beleven. Tientallen fraai uitgedoste dames zijn zich aan het opmaken en jurken passen en overal mannen in witte lange jurken (geen moslims, want de fles gaat van hand tot hand). Een aantal manden met kippen en een kar met bloemen en fruit. Lang zitten we te bedenken wat er gaat gebeuren. Uiteindelijk wordt er een soort preek gehouden, waar lang niet iedereen bij is en tien minuten later vertrekt iedereen weer in (dure)auto’s. Ook wij gaan weer verder en beginnen aan etappe 16. Het is nog een kilometer of 45 naar Mpigi, waar we ook de eerste nacht hebben overnacht. Na een paar honderd meter houdt het asfalt weer op. De weg is in het begin met wat hobbels en kuilen bezaaid en naast het stof ook steenslag. Hier en daar is de weg opgebroken waar men buizen in de grond maakt om water af te voeren. Boven de buizen ligt dan een heuvel van bijna een meter en het is onvoorstelbaar dat ook personenauto’s over de heuvels kunnen komen. De weg wordt wel steeds beter. We passeren weer een paar rotondes en komen weer op het asfalt. Na 65 km komen we weer op de rotonde waar we vier weken eerder de andere kant op gingen. Het is nu nog 15 km naar ons hotel. Na de zeer steile klim naar het hotel staat een enthousiaste receptioniste ons al welkom te heten op het moment dat we het terrein op rijden. Alles gaat een stuk spontaner dan de vorige keer. De receptioniste helpt Gerda zelfs de fiets naar onze kamer te brengen (ook weer een steil heuveltje). Vandaag de langste dag rit van 80 km.

Zondag, 30 juli. Mpigi – Entebbe

We staan wat later op dan anders. Vrolijk worden we door iedereen uitgezwaaid bij het vertrek. Het is even zoeken naar het kleine paadje wat ons op de route moet brengen. We steken de drukke hoofdweg over gelijk met een groep kerkgangers. De kerkgang is in Oeganda bijna een feestelijk gebeuren. Ook op eerdere zondagen merkten we dat in schuren en kerken de dienst voornamelijk bestaat uit gospelzang en harde muziek. z’n dienst duurt volgens mij wel een hele dag. Voor de laatste keer deze vakantie is het nog 20 km stof happen. Gelukkig varen de bootjes ook op zondag en voor dezelfde prijs als vorige keer worden we veilig overgezet. Nog een laatste stevige klim en we zijn weer in Entebbe. Ons onderkomen voor vannacht is snel gevonden (600m van Mutti). Ons aankomst is bekend en men weet ook hoe laat we morgen naar het vliegveld moeten. Vandaag lukt het om bijna schone handdoeken over te houden na een stevige scrubbeurt. De middag besteden we aan wat schrijven en lezen. De fietsverhuurder laat weten pas morgen te komen. Voor de verandering eten we weer eens tilapia. Mijn vis was bereid in wijn met creme fraiche, een lekkere afwisseling. In de namiddag de plaatsen gereserveerd in het vliegtuig.

Maandag, 31 juli.

Onze laatste dag. De fietsen worden in de loop van de ochtend opgehaald en verder schrijven en lezen we wat. We kunnen niet op onze kamer blijven zodat we vanavond nog een verkleedpartij krijgen. De taxi zal rond 20.30 komen, afwachten maar. Na het ontbijt betrekt de lucht en even later barst een bui los, die tot ver in de middag duurt. De bedachte lunch bij Mutti valt letterlijk in het water. Onze laatste diner is hetzelfde als gisteren, dat smaakte prima. De taxi is op tijd en in no time zijn we op het vliegveld. Ook het inchecken en de douane gaan snel, zodat we best wel lang moeten wachten tot we het vliegtuig in kunnen. Volgens de planning zijn we op dinsdagochtend om 7 uur weer in een regenachtig Nederland.