Ethiopië 2014 : een 30 daagse reis met Koning Aap

Dinsdag 7 januari Maarsbergen – Addis Abeba( = nieuwe bloem)
We nemen het zekere voor het onzekere en we gaan met de bus van 8.00 naar Maarn, omdat de overstaptijd gering is. Natuurlijk halen we de trein wel en zijn we na een overstap in Driebergen al om 9.00 uur op Schiphol, en we vertrekken pas om 11.40 uur. De vluchten verlopen volgens planning zodat we om even na enen ‘s nachts landen in Addis Abeda. Hier maken we kennis met de groep en met Petra, ons reisbegeleidster. Alle bagage is aangekomen en we gaan met de bus naar het hotel; om half drie gaan we naar bed, de wekker zetten we op 6 uur.

Woensdag 8 januari Addis Abeba – Debre Markos
Om zes uur loopt de wekker af. Nog wat onwennig vertrekken we om half acht. Na nog even flessen water ingeslagen te hebben verlaten we Addis Abeda. Eerst over onverharde wegen en later op geasfalteerde. Hoewel Addis Abeda (2.400m) de derde hoogste hoofdstad is, rijden hier weinig personenauto’s rond, eigenlijk alleen vrachtwagens, bussen en tuk tuks. Ook de ezel en wagen hoort in het straatbeeld thuis. We rijden vanuit de stad de Entotoberg op. Deze berg is bekend van de Ethiopische hardlopers en we zien onderweg een hardloopbaan. Bovenop de berg, kijken we op de immense stad van nog geen 100 jaar oud neer. De naam Addis Abeba betekent ook nieuwe bloem. Het is wat nevelig waardoor we geen goed uitzicht hebben. We rijden verder op een plateau en genieten van de prachtige uitzichten over de graanakkers. De oogst van het tef( dit is een graansoort) is klaar en de mooi gevormde hopen hooi staan overal in het landschap. Ook vallen de eenvoudige lemen huisjes op en de vele ‘vlaaien’ van het vee die liggen te drogen voor brandstof. De eerste echte stop is bij een van de belangrijkste orthodoxe kerken, Debre Libanos. Onder begeleiding van een gids (er volgen nog vele gidsen, want dit zijn verplicht in Ethiopië) krijgen we een rondleiding. Hier zien we ook een begrafenis en volgen er nog meer tijdens onze reis.
Onderweg lunchen we en eten we het nationale gerecht met injerra en diverse hete en minder hete wots (prutjes). Injerra is een grote ‘pannenkoek’ die een zurige smaak heeft. Op de ‘pannenkoek’ worden de prutjes gelegd en je scheurt een stuk injerra af met de rechterhand en neemt wat van het prutje. Op de lunchplek hebben we een mooi uitzicht op een scheurlijn de Riftvalley, die volgens de geleerden, over een paar duizend jaar Afrika van de rest van het continent gaat scheiden. We reizen verder en we zien de eerste apen en diep beneden ons de Blauwe Nijl. Later steken we deze rivier lopend over via de oude brug om foto’s te kunnen maken. Voetgangers mogen niet over de nieuwe brug. De bus gaat over de nieuwe brug. Na de oversteek krijgen we in langs de weg onze eerste Ethiopische koffie. In het donker komen we op de plaats van bestemming: Debre Markos. Op het terras gebruiken we het diner. Het weer: zonnig en soms bewolkt, niet te heet en af en toe een paar spetters regen. ‘s Avonds is een lange broek en dunne trui lekker.

Donderdag 9 januari. Debre Markos – Bahir Dar
Vroeg in de ochtend gaan we weer op pad. Het landschap is net als gisteren. Bijna overal wordt op het land gedorst of vee gehoed, afgewisseld met bossen van eucalyptusbomen en acacia’s. De dorpjes die we passeren lijken veel op die in Azië en Zuid Amerika. De tijd heeft er bijna stil gestaan, de huizen veelal van stro en leem of gedroogde mest. Verder wordt veelal water handmatig uit de dorpspompen gehaald. We lunchen in Badir Dar op het buitenterras van restaurant Summerland (?)op de eerste verdieping met uitzicht op het Lake Tana. Vervolgens we rijden eerst naar het hotel om de bagage te droppen. Daarna gaan we over een zand/stenen weg gaan we naar de Blue Nile Falls. Dit zijn de op één na grootste watervallen van Afrika. Vroeger 400 meter breed net na de regentijd, nu minder vanwege de dam die is gemaakt, maar nog steeds prachtig om te zien, zeker omdat het al tegen het eind van de middag is de lucht al begint te kleuren. We lopen via de Portugese brug naar de waterval. Omdat we om de waterval heen lopen heb je een mooi zicht, eerst van boven en later van onderen. Ook hier zijn veel vogels. Met een bootje steken we de waterval in de bovenloop over. Het weer: bewolkt en zon, temperatuur lekker, in de zon warm.

Vrijdag 10 januari. Bahir Dar (Lake Tana)
We gaan vanochtend het meer op en met een uurtje varen komen we op het schiereiland Zege. Onderweg zien we prachtige witte pelikanen. Een van de bijzonderheden op en rond dit meer is dat de boten gemaakt worden van papyrus, waarmee gevist en de vracht vervoer wordt. We kijken bij een visser en zien wat hij zoal gevangen heeft: catfish en tilapia. Op het schiereiland aangekomen staan de souvenirverkopers al op ons te wachten. We lopen eerst naar de Bet Maryam waar we een uitgebreide uitleg krijgen. Door het bos en de koffieplantages lopen we verder naar de kerk, Ura Kidane Mihret, aan het andere eind van het eiland. Een soortgelijke kerk. Hier geven weonze eerste foto’s af die we van onze vrienden Dick en Joke hebben meegekregen uit Holland. Na nog een kopje Ethiopische koffie en koffiebonen te hebben gekocht, gaan we met de boor terug naar Bahir Dar. We lunchen bij een restaurant waar we rustig zitten met uitzicht over het meer. Eerst gaan we onze euro’s wisselen bij de bank voor birrs. Pinnen gaat ons niet lukken in Ethiopië. De middag brengen we op de markt door. Ook de markt ziet er net zo uit als in andere landen, stalletjes met bergen rijst en kruiden afgewisseld met mooi gestapelde groenten. Verder nauwe donkere paadjes met kleding winkeltjes. We worden al snel begeleid door een Engels sprekende Ethiopische student, die ons een korte rondleiding geeft en ondertussen zijn Engels oefent. Na enige tijd geven we aan dat we graag alleen verder willen, en tot onze verbazing vindt hij dit oké en vraagt zelfs geen geld. Dit wordt nog wel anders op deze reis.
De weg terug naar het hotel gaat over een pad (boulevard) langs het meer dat veel door de lokale jeugd wordt gebruikt. Langs het meer weer veel vogels: een soort waterkipjes, ibissen, roofvogels, ijsvogels en apen. ‘s Avonds gaan we naar een theatercafé. Een bandje speelt hier en om de paar nummers komt er een andere zanger/zangeres. Het hoogtepunt zijn de dansers/danseressen die razendsnel hun bovenlijf en schouders kunnen bewegen. Het schouderdansen schijnt typisch iets van noord Ethiopië te zijn en dit zien we later nog regelmatig terug: jongentjes gaan schouderdansen voor en naast de bus en rennen met de bus mee om iets te ontvangen van ons. Het weer: zonnig, niet te warm.

Zaterdag 11 januari Bahir Dar – Gondar
We vervolgen onze weg naar Gondar een korte rit van een paar uur. Onderweg stoppen we voor het maken van foto’s van vogels en krijgen we 20 minuten om de markt in een dorpje te bekijken. Zijn wij de attractie of is het dorp de attractie? In ieder geval zijn er veel mensen en krijg je toch een indruk van het dagelijkse leven op straat. Er is vast een container met korte broeken gekomen, want we zien meerdere stalletjes met dezelfde lelijke korte broeken, die door verschillende kinderen worden gepast.
In Gondar leveren we eerst onze bagage af en gaan dan de stad in. We gebruiken de lunch bij de Four Sisters, een uitstekend traditioneel restaurant met een lopend buffet. De koffiebonen worden ter plekke gebrand voor onze koffie. Het middagprogramma staat in het teken van de bezichtiging van de vijf kastelen, Fasil Ghebbi, van de diverse keizers, Church van Debre Brihan Selassie, en Fassilida’s Pool waar op 18 januari herdacht wordt dat Jesus Christus door Johannes de Dooper werd gedoopt in de Jordaan. We gaan dit later nog meemaken. Het weer: zon bewolking en in Gondar veel wind waardoor het soms fris aanvoelt.

Zondag 12 januari Gondar-Debark Simien Mountains
Dit wordt vast een “verloren” dag. Rond 10.00uur worden we gedropt in de stad waar we tot 13.30 vrij hebben. We lopen wat om het kastelencomplex heen en bekijken het dagelijkse leven. We lunchen op een dakterras in het centrum met een aardig uitzicht en we genieten van een heerlijke mix juice van drie kleuren: groen, wit en geel. Hoewel er redelijk wat fruit van het seizoen is, zullen we op deze reis niet veel juices krijgen. Komt dit omdat er nog maar beperkt elektriciteit is? Gelukkig arriveert dan eindelijk de koffer van één van onze medereizigers vanuit Addis Abeba. Deze koffer was al in het eerste hotel achter gebleven en nu kunnen we vertrekken naar Debark . Het landschap is wat groener dan de vorige dagen We betreden het dak van Afrika. Onderweg stoppen we nog een paar keer voor een fotostop. Het is ongeveer 17.00 uur als we bij het hotel in Debark (2800m hoogte) aan komen. Tijd om nog even met een biertje in het zonnetje te zitten. Vandaag veel zon, maar als deze onder is moet er toch een trui onder de fleece aan. Velen hebben het koud vannacht.

Maandag 13 januari Debark – Simien Moutains
Vandaag een actieve dag. Met de bus naar het nationale park van het Simiengebergte . We bevinden ons nu op ongeveer 3300meter en gaan met een gids en drie bewakers met geweren wandelen. Al snel worden er twee wandelgroepen gemaakt één voor de langzame groep met gids (Gerda kiest voor deze) en één snelle groep (Fred kiest hiervoor). Later blijkt dat de langzame groep de lange wandeling hebben gemaakt en de snelle wandelgroep de korte wandeling. De wandeling gaat langs een rand van het gebergte en heeft mooie uitzichten over gebergte en het dal. Onderweg lopen we door een bos van, wat wij denken dat het bomen van heide zijn. Aan deze bomen hangt volop prachtig mos. Dit geeft de bomen een sprookjesachtig uiterlijk. Het ruikt hier volop naar thijm . Heerlijk. Op een open plek komt een kolonie Gelada apen langs, ze eten het gras en graven naar wortels van planten in de grond. De Gelada apen zijn herkenbaar aan de lange haren en het rode hart op de borst. Ze trekken zich niets van ons aan. Als we weer bij de bus aankomen is het tijd voor de picknick met tonijnsalade álà Petra, gezellig onder een paar bomen en aan de rand van de berg. Al snel komen er Simienraven en rode wouwen op de geur van het eten af. Na een paar rondjes boven ons te hebben gecirkeld zijn ze zo brutaal dat ze achter je langs vliegen en het brood uit je handen pikken. Dat is even schrikken. Het levert wel mooie plaatjes op. Ook ‘s middags wordt er gewandeld. De Ethiopische wolf en Walia ibex zien we helaas niet.
Weer terug in het dorp is er nog tijd om naar de markt te wandelen. Hoewel het geen markt dag is, is er genoeg te doen. Zoals al vaker gebeurt, lopen er gelijk een stel kinderen met je mee, al dan niet aan de hand. Het valt op dat ze aardig goed Engels kunnen spreken. Hoewel ze proberen kauwgom of papierenzakdoekjes te verkopen zijn ze niet opdringerig. De markt is groot, rommelig en onoverzichtelijk. Wat lopend langs de stalletjes zien we tocht weer nieuwe dingen. Vrouwen die teff (lokaal soort graan, maar dan fijn) aan het zeven zijn en een paar ruimtes waar de teff gemalen wordt. Teff is het hoofdvoedsel voor de Ethiopië. We hoesten en proesten al snel door al het fijne meel wat in de rondte stuift. We sluiten de middag weer af met een biertje en cola in de zon.

Dinsdag 14 januari Debark – Axum
Een lange rit van 260km naar Axum . Van de 260km is 140km onder ‘construction ’, of te wel de weg wordt over 140 km verbeterd en geasfalteerd. Het is één en al hobbel en stof happen. Maar er valt dan wel wat te beleven. Onderweg zien we de lammergieren laag overkomen, wat ook weer mooie plaatjes geeft. Ook nu weer een picknick omdat we nauwelijks dorpjes tegenkomen dus zeker geen restaurants voor ons. Midden in de woestenij komen we bij aan bij het weeshuis ‘Abraham’s Oase’, dat is opgezet door ene Karin uit Veenendaal. Acht kinderen wonen met twee begeleiders, die als moeder optreden, in een zelfstandige woning met twee slaapkamers, een huiskamer, een keuken, een douche en een WC. Er staan een stuk of acht van deze gebouwtjes en er is nog een school. Het geheel wordt grotendeels vanuit Nederland (Veenendaal) gefinancierd.

We zijn nog net op tijd om de zon onder te zien gaan vanaf het hotelterras met uitzicht op het Stellea Field van deze warme dag.

Woensdag 15 januari Axum – en omgeving Half vijf loopt de wekker af want we gaan naar een processie kijken. Om vijf uur start bij de oudste en tevens belangrijkste kerk (en alleen toegankelijk voor mannen) een processie. Een replica van de heilige graal wordt door Axum rond gedragen, met een gevolg van een paar honderd gelovigen in het wit gekleed en een kaars. Mooi om te zien. Om 6 uur is het klaar. Om 9 uur gaan we onder begeleiding van een gids een vier uur durende tocht maken door historisch Axum en we bezoeken: Stellae Field museum, Queen of Sheba’s Swimming Pool, King Ezana’s Park en King Basen’s Tomb, Queen of Sheba’s Palace met Gudit Stelae Field. We eindigen bij een restaurantje met speciaal Ethiopische keuken. De middag lopen we wat door het dorp en de markt. We maken weer mooie foto’s van mensen en vogels. Het was weer een warme dag.

Donderdag 16 januari Axum-Adrigat We vertrekken om half negen naar Yeha. De historische gebouwen zijn een 2500 jaar oude tempel en een kerk. De tempel staat volledig in de steigers. Daarnaast is er nog een heel klein museumpje met oude boeken en wandschilderingen. Ook was er een priester die voorzong uit z’n oud boek. Het hoogtepunt was echter de begrafenis die begon toen we de tempel uit kwamen. Op het plein verzamelde een menigte “priesters” met mooie parasols. Intussen staat onze bus pontificaal in het hele gebeuren. Later kwamen de familie met de kist en de overledene. Tenslotte liep het pleinvol met bewoners. Na de ceremoniële activiteiten ging de priester en het gevolg het tempelcomplex in en vertrekken wij. We gaan naar Debre Damo een klooster boven op een berg en alleen te bereiken via een lange trap en als laatste nog een 15meter lang klimtouw. Gelukkig is dit klooster alleen toegankelijk voor mannen. Na een lekkere picknick onder een boom gaan we de trap op naar het klooster. Een persoon uit onze groep gaat via het klimtouw omhoog, maar strandde halverwege en wordt geholpen om weer beneden te komen. We genieten van het mooie uitzicht.
De eindbestemming is Agrigat , een drukke plaats en een paar kilometer voor de grens van Eritrea. Vanavond eten we locale specialiteit: teff-balletjes die je moet dopen in een hete saus. Leuk voor een keer, maar niet meer.

Vrijdag 17 januari Agrigat-Maychew
Vandaag staat de eerste rotstempel op het programma. In Wukro bezoeken we Wukro Chirkos. We worden ontvangen door een stokoude priester die ons zal rondleiden. Met z’n bril met dikke glazen gaat hij ook graag op de foto. Het is toch knap hoe men vroeger een kerk uit de rots wist te hakken. In Mekele kunnen we even geld wisselen en lunchen. Voor meer is er echter geen tijd. Het einddoel is Maichew dat alleen als overnachtingsplaats dient. Het hotel is matig, het restaurant is verhuurd zodat we naar de buren moeten, waar het diner enigszins chaotisch verloopt maar wel iedereen te eten krijgt. Buiten speelt nog een bandje met dansers en danseressen waar we nog even blijven kijken.

Zaterdag 18 januari Maychew – Lalibela
We gaan op weg naar Lalibela. We hebben gekozen voor de festivalreis en het festival Timkat is op 18 en 19 januari in Lalibela.
Zoals we al verwachtte, is het ontbijt om 6.30 nog niet klaar. Na enig aandringen denkt de “ober” het te weten. Er wil iemand een ontbijt. Hij schrikt als hij hoort dat er 19 man een ontbijt wil. Het wordt een mooie, maar lange rit. We zoeken een picknickplek in de schaduw. Eindelijk vinden we deze onder een grote vijgenboom.
De chauffeur heeft er vandaag wederom de vaart in. Voor foto’s maken en wc-stops is nauwelijks tijd. Hij wil voor de processie in Lalibela zijn, anders komt hij niet voor het donker bij het hotel.
Rond half vier komen we aan in Lalibela. De processie is al begonnen en met de bus komen we niet verder. Fijn dat de chauffeur zo’n haast had, want nu kunnen wij nog aansluiten bij de processie van Timkat naar het feestterrein. We sluiten dus lopend aan, het wordt gelijk duidelijk dat er heel veel toeristen zijn.
Op het beschutte terras van ons hotel naast het feestterrein sluiten we de middag met een biertje en coca cola af.

Zondag 19 januari Lalibela Timkat en de rotskerken
Vandaag wordt een van de hoogtepunten van de reis: het festival Timkat . Om 5 uur moeten we op om het feest mee te maken. De opgebouwde tribune van vele houten palen staat al vol met toeristen. Gelukkig mogen wij door het hek en hebben we een mooie plek op het terrein bij het ‘bad’. Op het feestterrein naast het hotel staat een bad in de vorm van een kruis. Even na zessen verzamelen vele priesters in verschillende gewaden en waarschijnlijk ook met verschillende rangen zich op het terrein. Na verschillende preken en dansen gaan drie priesters het water (het bad stelt de Jordaan voor) zegenen. Op het moment dat de priesters zich omdraaien begint de jeugd met water te gooien en weldra iedereen nat; zo worden wij tenminste ook gezegend. Ouderen proberen een fles met het gezegende water te vullen. Vooraf werd trouwens een uitleg gegeven in het Engels over wat de bedoeling van de preken/zegeningen is. Later horen we dat er onenigheid was dat de hoofdpriester is weggegaan. Het is wel triest om te zien dat de toeristen eerste rang zaten en de eigen bevolking een plekje moest zoeken in de achterste rijen of in de bomen.
Na het ontbijt gaan we het achtste wereldwonder bekijken de 11 in de rotsen uitgehakte rotskerken, waarvan St George kerk de bekendste is. Het is erg druk, vast een nadeel van een festival reis. Iedereen wil de kerken bekijken. Het is bijna niet voor te stellen hoe men honderden jaren geleden kans zag om in de rotsen kerken uit te hakken. Sommige horizontaal andere verticaal. Aan het eind van de middag is Marian met Gerda nog naar een souvenirwinkeltje van Gobignu . Een dove maar prachtig mooie vrouw die met een microkrediet van de Nederlandse stichting Lalibela een eigen winkel heeft opgezet. Ze doet goede zaken.
Voor de verandering samen met Eef en Nelly in de tuin van een ander hotel gegeten.
Morgen gaan we al weer weg uit Lalibela, we hadden nog graag een dagje gebleven.

Maandag 20 januari Lalibela-Kombolcha
Om acht uur vertrekken we voor een lange reisdag. Eerst over een onverharde weg, maar het meeste is verhard. In Lalibela is het nog steeds feest. Het bad is nog niet leeg (of ze laten er weer water inlopen) en op het terrein ernaast wordt er een dienst gehouden met vele gelovigen. Tot de lunch gaat de reis wel volgens planning, maar later op de dag worden we opgehouden door feestende menigten die op straat (stok)dansend richting kerk gaan om de heilige graal weer terug te brengen. Net voor zonsondergang komen we in het hotel aan in Kombolcha , dat al vol toeristen zit. De lunch was bij een hotel met een groente- en fruittuin en we kregen een kleine rondleiding van de tuinder.

Dinsdag 21 januari Kombolcha Weer een reisdag. In een dorpje met duidelijke moslim kenmerken worden we even vrijgelaten omdat er inkopen gedaan moeten worden. Een picknick bij een restaurant waar we de eerst mariboe’s rondvliegen. Het eindpunt voor vandaag is Awasha met een matig hotel. Nadat we het hooggebergte hebben verlaten, gaat het door de woestijn. Veel kamelen en veel vrachtverkeer (van de havenplaats van het buurland Djibouti naar Addis Abeba).

Woensdag 22 januari Awasha-Harar
Van Awasha eerst een stukje terug om dan richting Harar te gaan. Bij de eerste stop drinken we aan de weg even koffie en werden er weer inkopen gedaan. Een reisdag met de laatste picknick onderweg. Wij rijden een tijd langs een spoorlijn en staken het later over. Op de terug weg vragen om er even te stoppen. In de namiddag lopen we nog even over een kleurrijk marktje. Rond vijf uur arriveren we in Harar, waar we een zeer slecht hotel hebben bij een van de poorten naar de binnenstad. We lopen nog even de oude stad in. De dag wordt afgesloten met een uitstekend diner bij restaurant Fresh Touch. Hierna nog even een kleine wandeling van een minuut of 10 terug naar het hotel.

Donderdag 23 januari Harar stad
Rond 9 uur start de rondleiding door de ommuurde binnen stad van Harar . Eerst even een blik in wat kleine straatjes waar aan recycling gedaan wordt (of te wel winkeltjes met enorm stapels oud ijzer). Vervolgens gaan we de stad in met een wirwar van vele kleine steegjes. Het lijkt wat minder druk dan gisteravond. Bijna overal zitten wel vrouwen op de grond om etenswaar te verkopen en zitten er vele mannetjes achter naaimachines. Behalve dit zien we ook het huis van de Franse dichter Romboud, het huis van Haile Selassie, een koffie branderij en een “doorsnee” woning. De middag hebben we voor ons zelf. Eerst lopen we nog wat door de binnenstad om vervolgens naar het nieuwe hotel te gaan. Voor de dubbel rooms is er weinig verbetering ten opzicht van gisteren. Voor de single rooms een duidelijke verbetering, zij komen in een gerestaureerd deel. Wij mogen douchen in de single room van Jan. ‘s Avonds zijn we naar het voeren van de wilde hyena’s gegaan. Eerst leken de hyena’s niet te willen komen, maar door aanhoudend geroep kwamen er uiteindelijk drie. Een dood geboren dromedaris werd geslacht en hiermee werden de hyeana’s gevoerd. Angeliek, Heleen, Marian en Petra hebben ook vlees gegeven aan de hyeana’s. Het was bijzonder en leuk.

Vrijdag 24 januari Harar-Nazret – Adama
Via dezelfde weg als we gekomen zijn moeten we weer terug naar Awash om vervolgens door te rijden naar Nazret. Vandaag zit Fred op de voorste stoel in de bus en dan heb je toch een ander zicht dan als je wat verder naar achteren zit. Bij de lunch staan een paar bomen waar veel wevers in nestelen. Bij de spoorovergang krijgen we 2 minuten de tijd om foto’s te maken, want de chauffeur heeft vandaag weer haast. Bij het hotel in Awash waar we eerder sliepen krijgen we wat tijd om iets te drinken. In het laatste traject zien we nog wat wilde dieren, als wrattenzwijnen, prachtige spiesbokken (Oryx beisa) met hun lange rechte horens. In het donker komen we bij het hotel. Deze is een stuk beter dan de hotels in Harar en we eten onder een grote partytent in de tuin.

Zaterdag 25 januari Nazret-Arba Minch
Vroeg op, we vertrekken om 7 uur voor de laatste busreis. We stoppen twee keer bij een meer voor een fotostop (de tweede keer zagen we een zeearend) Het laatste stuk gaat weer over weg dat ‘under construction’ is en dus veel gehobbel en nog meer stof. Ook veel kuddes koeien, geiten en schapen op de weg. We zien de kinderen nu veelal met hun benen cq knieën dansen.
We overnachten drie nachten in een soort bungalow park. Omdat er niet voor iedereen een huisje is met “lake view” gaan wij nog een keer verhuizen. Het eten is een drama, vijf keer vragen en dan is het nog eens niet zo lekker. Het blijft warm, ook ‘s nachts.

Zondag 26 januari Arba Minch – Dorse
Vanochtend een uitgebreid ontbijtbuffet. Nou ja uitgebreid… het is elke dag scrambeld eggs and jam.
We bezoeken een dorp van de Dorce stam dat in de bergen 40 kilometer van Arba Minch ligt. Deze mensen maken hutten in de vorm van een olifantenkop van de enset de schijnbananenplant. Ook krijgen we uitleg van hun dagelijkse bezigheden, de enset ’pannenkoek’ maken, spinnen, weven, pottenbakken, alcohol maken, dansen en zingen.
De lunch is lekker, in een mooie grote tuin, maar duurt voor de zoveelste keer lang. De namiddag is voor ons zelf. Ook genieten we van de zonsondergang aan de twee meren: Lake Abay en Lake Chamo met een bergrug daartussen. In de tuin zetten verschillende mooie vogels en bavianen. ‘s Avonds gaan we met een aantal van onze groep in het dorp eten en we eten per tweetal een grote gefrituurde tilapia op een standaard met lekkere kool- en tomatensalade.

Maandag 27 januari. Arba Minch – Lake Chamo + fourty springs
Om 9.00 uur met de bus naar bootjes, dwars door de boesboes. We moeten even 10min wachten, want het bootje is er nog niet. Tijd om wat foto’s te maken. We varen langs de kant en al snel zien we zeearenden en pelikanen. Wat verderop liggen nijlkrokodillen. Ook zien we er enkele zwemmen. En we zien twee keer de neus van nijlpaarden, zij komen echter niet boven. Het middagprogramma bestaat uit een wandeling naar de fourty springs, volgens de gids, warm waterbronnen. De bronnen stellen niets voor en het water is gewoon koud. Wel zien we mooie vlinders, verschillende apen en een wrattenzwijn. We zien de Colobusaap met de lange witte pluimstaart; Vervet aap waarvan het mannetje een turquoise tot azuurblauwe scrotum en een scharlakenrode penis heeft.
Aan het eind van de middag nemen we afscheid van de bus met de chauffeur Janine en zijn bijrijder Salamon.

Dinsdag 28 januari Arba Minch-Konso
Met de 4-wheels gaan we verder naar het zuiden. We zien opvallend veel landbouw en vee. De eerste stop is een grote boom vol met bijenkasten. We zien deze bijenkasten nog regelmatig. We komen bij een markt van de Erashi stam. De vrouwen hebben hier zwarthaar in de vorm van een hoedje. Net na het middaguur komen we op de plaats van bestemming. Een hotel op een prachtige plek en met super mooie bungalows. Na de lunch gaan we een paar dorpjes bezoeken van de Konso stam, wat dieper in de bergen. De eerste stop is bij een ravijn dat New-York heet. Verder op weer een markt. Op deze markt dragen de vrouwen rokken van ongebleekt katoen met prachtig in diverse kleuren geweven stroken. Deze liggen in stapels te koop op de markt. Ook hier hebben we zelf veel bekijks en kunnen we uiteindelijk de mensen nauwelijks van ons af houden. We zijn blij als de auto’s voorrijden. Hierna bezoeken we nog twee stammen. Eén is al meer dan 1300 jaar ommuurd. Binnen de muren is het leven nog nooit veranderd. Hutjes met stallen en afgeschermd met houtenpalen. Verder een paar gezamenlijke ruimten voor rituelen, huwelijken en volwassen worden. Zo staan er de generatiepalen en de kei om aan te tonen dat een jongeman volwassenen is. De mensen leven van landbouw en veeteelt. Zij maken gebruik van de terassencultuur . Vandaag zien we meerdere malen kinderen met dikke buiken door verkeerde/eenzijdige voeding.

Woensdag 29 januari Konso-Turmi
We stappen vandaag en een andere auto en verlaten het mooie resort. Al snel stoppen we bij een museumpje. Hier staan een aantal houten beelden, Wanga’s, die vroeger werden gemaakt bij het overlijden van een koning (stamhoofd). Er moeten er veel meer geweest zijn, maar die zijn geroofd door kunstverzamelaars. We verlaten het gebied van de Konso en komen in het gebied van de Samai. Ook nu worden we gelijk omringt door de bevolking op het moment dat we stoppen. Personen fotograferen kan wel, maar kost 2bir per persoon, ook hier slaat de inflatie toe. Deze stam kenmerkt zich door de versieringen met schelpen. De lunch gebruiken we in Key Afar het volk van de Wena. We verlaten het asfalt voor de laatste 80km. Dit is een weg waar weinig spectaculairs gebeurd, of het moeten de drie lekke banden. zijn. We komen bij de Evagadi logde waar we 2 nachten kamperen.

Donderdag 30 januari Turmi en Dasschenneck
Het overnachten in de tent viel niet tegen. En zoals het hoort met kamperen heeft het vannacht een paar keer geregend, niet veel maar toch. Vandaag gaan we naar de Dasschenneck stam, een paar uur rijden naar de border van het land met Kenia en Zuid Soedan. Omdat ze aan de andere kant van de Omorivier wonen moeten we in uitgeholde boomstammen het water oversteken. Het waait vanochtend erg hard (wat denk ik gebruikelijk is). Aan de horizon zie ja alleen maar zand. Het dorpje waar we naar toe lopen lijkt onbewoond, maar binnen een minuut zijn we omringt door de bevolking en zie je uit de huisjes de mensen komen om handenarbeid te gaan verrichten. Het geroep om ‘Foto foto ‘wordt de gewoonte. Want behalve entree moet er ook voor iedere foto betaald worden. weer terug op de andere oever zien we er niet uit vanwege het opstuivende zand en het zweet. Want warm is het wel (ongeveer 37 graden). Terug in Turmi hebben we lokale markt van de Hamarnog even bezocht. In de namiddag zijn we nog even bij een afsluitingsceremonie geweest van een Bull jumping. Hier waren we welkom bij een familie en zagen we de dansen en een grote barbecue. De rit er naar en de korte wandeling waren al mooi.

Vrijdag 31 januari Turmi en Karo’s en naar Jinka
We bezoeken een andere stam, de Karo’s , ook weer gelegen aan de Omorivier maar nu hoeven we niet te varen. Het dorp ligt prachtig op een berg en de Omorivier ligt diep beneden aan de helling. Deze stam kenmerkt zich door de beschilderingen van de huid. Ook worden hier de haren bewerkt met rode klei en boter. Ook hier ‘foto, foto’. We kunnen hier ook betalen met de opgespaarde zeepjes uit de hotels. Mijn sjaal heb ik al verschillende keren kunnen verkopen voor de gekregen birrs van de foto’s.
In de namiddag kunnen we nog naar een Bull jumping. Met 3 auto’s gaan we op pad. Al snel verlaten we de weg en gaan verder door de boesboes. De 4-wiels worden zwaar op de proef gesteld, steile afdalingen, zandbeddingen met weinig grip en grote gaten en spleten. Het is een prachtige tocht. Dit alles duurde meer dan een uur. Het feest is waarschijnlijk al de hele dag bezig. Onder een afdak zitten een aantal families gezellig bij elkaar te drinken. Op een gegeven moment verlaat de jeugd de families en gaan naar de andere kant van de berg. Daar beginnen ze te dansen en niet veel later laten dagen de jonge dames de jonge heren uit om ze te slaan met lange twijgen. Het gaat tot bloedens toe. We zien meerdere bloedende striemen op de rug. Volgens de traditie, hoe meer littekens hoe beter. De dames zijn beledigd als de heren niet hard genoeg slaan. Het bull jumpen zien we echter niet omdat het donker wordt en we moeten immers nog meer dan een uur door het bos terug. Ook zien we de stieren nog niet waar de jongen 4x over de rug van die beesten moet lopen en zich dan man mag noemen. Na weer de spectaculaire weg terug en een sultana als snack van Petra zetten we koers naar Jinka . Wij zien al snel de twee andere auto’s uit het zicht verdwijnen. Na een km of 20 in het pikkedonker krijgen we een lekke band. Gelukkig hebben we twee zaklantaarns zodat het wiel vervangen kan worden. De krik is echter te klein en komt niet hoog genoeg om het reserve wiel te kunnen plaatsen. Gelukkig komt er nog een vrachtauto langs met veel mannen die ons helpen. Rond een uur of 10 bereiken we de stad, waar we in een restaurantje nog soep kunnen eten bij kaarslicht. Deze avond is er geen elektriciteit in dit deel van het dorp, dus we steken het kaarsje aan in de hotelkamer. Gelukkig er is wel water. Morgen is er weer elektriciteit en hopelijk ook water.

Zaterdag 1 februari Jinka-Morsi
Vanochtend gaan we een natuurpark in en op bezoek bij de Morsi. Een stam bekend van de lemen lipschotels van ongeveer 10cm doorsnede. Maar eerst twee uur in de auto. Net als bij de andere volkeren stromen van alle kanten de mensen toe om te vragen of je ze maar zoveel mogelijk wilt fotograferen. We maken enkele foto’s, maar eigenlijk zijn de Morsi vrouwen met de lipschotels en enkele verwijderde tanden verschrikkelijk lelijk. Ook zien we veel misvormde lippen, en als de schotel eruit gehaald wordt weet je helemaal niet wat je ziet met zo’n hangende lip. Wie heeft dit kunnen bedenken.
De middag hebben we vrij te besteden. We bezoeken een klein museumpje met een overzicht van de stammen en later de (zaterdag)markt. ‘s Avonds eten we een traditionele maaltijd bij Hanna met kaarslicht, heel erg lekker.

Zondag 2 februari Jinka-Arba Minch
Na het ontbijt gaan we eerst bij de Aari’s op bezoek. Ook weer een bepaalde stam bij Jinka. Kwa kleding en haardracht vallen ze niet op. In het dorp wordt niet om Birs gevraagd. Wel hangen de kinderen gelijk aan onze handen. We bekijken het dagelijkse leven en bezoeken de kerk waar een dienst bezig is, volop met zingen, muziek en dansen.
Over dezelfde weg als de heenreis gaan we weer naar de bungalows met lake view in Arba Minch. De lunch is bij de mooie plek in Konso, waar we eerder ook al sliepen.

Maandag 3 februari Arba Minch -Addis Abeba
We rijden verder naar Addis Abeba, 450 km, de weg is redelijk goed en we schieten goed op. Bij Addis gaat het echter fout. De auto’s raken elkaar kwijt en onze chauffeur weet de weg niet. Ook krijgen we nog een lekke band zodat het toch al weer donker is als we bij het hotel aankomen. We eten maar bij het hotel.

Dinsdag 4 februari Addis Abeba
De laatste dag is aangebroken en er is geen programma. In de ochtend bezoeken we het nationaal museum. Dit museum heeft onder andere een copy van Lucy, het oudste opgegraven skelet van de homo sapiens. Hierna lopen we naar de Holy Trinity Cathedraal met bekende tombes van onder andere Haile Selassie. De mooie glas in lood ramen spreken boekdelen. Achter op het terrein staat nog een ronde kerk met aan de buitenkant een mooie beschildering. Deze kerk is niet open, maar lijkt waarschijnlijk op de kerken bij het Lake Tana. We lopen verder naar de Italiaanse wijk: Piazza om te lunchen. Omdat Addis niets te bieden heeft gaan we naar het Ghionhotel om in de prachtige tuin met een cola te wachten tot de avond. Tijdens het laatste diner nemen we afscheid van Petra onze reisleidster. Veel te vroeg zijn we op het vliegveld, we kunnen nog niet inchecken. Ook het geld wisselen verloopt niet zo gemakkelijk. Eerst wachten tot na twaalven en dan allerlij formulieren invullen. We hebben een rustige terugvlucht volgens planning.

Woensdag 5 februari Amsterdam
We zijn weer in Holland. De bagage wordt vrijdag thuis afgeleverd omdat deze of in Addis of in Istanbul niet is meegekomen. We worden opgehaald door Henk en Dea.
Een mooie indrukwekkende reis is weer teneinde

Verder:
Kinderen willen je graag een hand geven en deze vasthouden.
Kinderen zijn dol op plastic flessen.
Lege plastic flessen worden weer verkocht en op allerlei manieren worden ze hergebruikt.
Moeders krijgen graag zeepjes.
Kinderen roepen vaak ‘you, you ’ klinkt onvriendelijk maar is het niet.
Kinderen leren eenvoudige Engelse zinnetjes.
In Lalibela worden ze ‘opgevoed’ om vriendelijk te zijn naar de ‘vreemdelingen’(Welcome, How are you)
Ongeveer 80% van de bevolking is onder de 18 jaar.
Veel kuddes koeien, ezels en geiten komen we op onderweg op de weg tegen.
Buiten de hoofdstad geen personenauto’s.
Er wordt heel veel gelopen en last op de rug gedragen water, hout,..)